9
Raadsvoorstel vervolg/ 64
De bepaling in artikel 3 en 3A, lid 5 onder d. maakt geen onderdeel
uit van deze herziening en staat dus niet ter diskussie. Een verge
lijkbare bepaling komt in het wel van deze herziening deel uitmakende,
nieuwe artikel 3B niet voor.
Het nieuwe artikel 3B regelt de nieuwe bestemming Afvalverwerkende
bedrijven (AB) ter tegemoetkoming aan de opmerking van Gedeputeerde
Staten in het kader van de goedkeuring van de herziening 1992 en kan
dus niet worden gemist.
De toepassing van artikel 8 van het geldende bestemmingsplan staat in
het kader van deze planherziening niet ter diskussie.
Dit onderdeel is dan ook ongegrond.
AMBTSHALVE OVERWEGINGEN
Gebleken is, dat de met deze herziening in te voeren bestemming
Afvalverwerkende bedrijven (AB) op de plankaart niet is omgrensd door
een aanduiding dat, voor zover het de plankaart betreft, de herziening
1994 uitsluitend betrekking heeft op dat onderdeel. Hierdoor kan de
indruk ontstaan, dat de gehele plankaart wordt herzien, hetgeen
nadrukkelijk niet de bedoeling is. Op de plankaart zal deze grens
alsnog moeten worden aangegeven.
Verder is gebleken, dat in artikel 3A de vestiging van afvalverwerken
de bedrijven ten onrechte niet is uitgesloten. Om de vestiging aldaar
tegen te gaan en vestiging op het daarvoor aangewezen onderdeel van
dit bedrijfsterrein te kunnen bewerkstellingen is het noodzakelijk om
de vestiging op de terreinen met de bestemming Kantoren, handel en
nijverheid (K-HB), evenals al gebeurd is bij de bestemming Handel en
nijverheid (HB), uit te sluiten.
Consequenties
JURIDISCHE
Op grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen
reclamanten na de vaststelling door de raad bedenkingen inbrengen bij
Gedeputeerde Staten en eventueel daarna beroep instellen bij de
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.