Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/69
Registratienummer 957000991
Dienst/afdeling RO/EZ-JZ
Aantal bijlagen
Betreft: HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET PAND
HAAGWEG 196-198 TE BREDA.
Inleiding
De eigenaar van het pand Haagweg 196 wil de begane grond van dit pand
betrekken bij zijn bakkerswinkel die gevestigd is in het pand Haagweg
198. De bovenverdieping zal als woonfunctie gehandhaafd blijven. De
panden zijn gelegen in het bestemmingsplan Princenhage Noord 1963 en
hebben hierin de bestemming "Bouwklasse D" (eengezinshuizen). Op grond
van de geldende bestemmingsplanvoorschriften kan echter aan de beno
digde bouwvergunning geen medewerking worden verleend.
Om realisering op korte termijn mogelijk te maken dient er een voorbe-
reidingsbesluit te worden genomen, gevolgd door de zogenaamde antici
patieprocedure ex. artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Op tekening nr. 62572* is het gebied waarvoor het voorbereidingsbe-
sluit zal gelden met een zwarte omlijning en grijs raster nader
aangegeven.
Te -besluiten tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het pand
Haagweg 196-198, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel
behorend concept-raadsbesluit.
Motivering/Toelichting
In het pand Haagweg 198 is reeds lange tijd een bakkerswinkel geves
tigd. Omdat deze winkel te klein is had de eigenaar van dit pand, die
tevens eigenaar is van het pand Haagweg 196, een onttrekkingsver
gunning aangevraagd voor de begane grond van het pand Haagweg 196 met
de bedoeling deze ruimte te betrekken bij de bakkerswinkel. De boven
verdieping van het pand zou als woonfunctie worden gehandhaafd en via
een aparte toegang bereikbaar blijven.
De onttrekkingsvergunning werd hem verleend bij besluit van 18 juli
1994. Gebleken is echter dat aan een verzoek om bouwvergunning geen
medewerking kon worden verleend op grond van de gebruiksbepaling
behorende bij de voorschriften van het geldende bestemmingsplan
Princenhage Noord 1963. Wij hebben de op dit verzoek betrekking
hebbende retro-acta voor u ter inzage gelegd.
Namens de eigenaar van de panden is een verzoek* ingediend om die
juridisch/planologische maatregelen te nemen, zodat alsnog aan de
verbouwplannen medewerking kan worden verleend.
Uit stedebouwkundig en planologisch oogpunt bestaat er geen bezwaar
tegen dat de begane grond van het pand Haagweg 196 wordt betrokken bij
Voorstel