- 4 -
RAADSBESLUIT vervolg 73
Lid 2.
Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de aanvang van de
bouwwerkzaamheden zou blijken van de aanwezigheid van naar de huidige
maatstaven voor het milieu- en/of volksgezondheid gevaarlijke of niet
aanvaardbare stoffen, die van zodanige aard zijn dat van de koper in
redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder uit milieu en/of
volksgezondheidsoogpunt tot sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht
voldoet, heeft de koper het recht deze overeenkomst op te zeggen en het
verkochte ter vrije beschikking van de gemeente Breda te stellen, voor
zover mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van
de overeenkomst
Onder voor het milieu en/of volksgezondheid gevaarlijke stoffen of niet
aanvaardbare stoffen worden niet verstaan: funderingsrestanten, puin of
andere restanten van bouwkundige aard, noch de aanwezigheid van de draag
kracht van het verkochte beinvloedende omstandigheden, noch van stobben van
bomen of struiken.
Lid 3.
De verkoper erkent geen aansprakelijkheid voor néL het moment van het
passeren van de overdrachtsakte door koper of derden veroorzaakte bodemver
ontreiniging (en) welke uit milieu- en/of volksgezondheidsoogpunt of
anderszins noodzaken tot bodemsanering(en) waardoor een directe realisering
van de door partijen aan het verkochte toegekende bestemming van bedrijfs
ruimten/appartementen niet mogelijk wordt, en alle hieruit voor de koper
voortvloeiende schade zoals kosten van bodemonderzoek en -sanering, van
verwerking van verontreinigde grond en andere met de bodemverontreiniging
in relatie staande schadeposten. Hierbij fungeren de in het eerste lid
vermelde bodemonderzoeken (bij de overdrachtsakte gevoegd) als referentie-
meting
Lid 4.
De koper vrijwaart de verkoper voor schadeclaims van derden welke in direct
verband staan met de kwaliteit van de bodem van het verkochte. Bij een
opvolgende verkoop door de koper van het verkochte of andere titel van
eigendomsoverdracht van het verkochte, wordt via een door deze op te nemen
kettingbeding deze vrijwaringsverplichting jegens de verkoper aan rechtsop
volgers/derden opgelegd. Bij het niet-nakomen van deze vrijwaringsver
plichting of de verplichting tot het opleggen van voornoemd kettingbeding,
verbeurt de koper jegens de verkoper een direct opvorderbare boete (zonder
rechterlijke tussenkomst) van 1.000,-- voor iedere dag of een gedeelte
daarvan (met als maximum de door de derde/rechtsopvolger geleden schade)
dat de koper in gebreke is gebleven aan deze verplichtingen te voldoen.
Hiervan is sprake né. het verstrijken van 14 dagen na de dagtekening van het
postrepu van een door de verkoper aan de koper gezonden aangetekend
schrijven, waarin het verzoek tot nakoming is uitgedrukt.
RE022819 (25 november 1994)