- 5 -
RAADSBESLUIT vervolg /73
Artikel 10:
Verwerking gronddepot en licht verontreinigde, na bouwwerkzaamheden
overtollige grond
Lid 1.
Verkoper gaat akkoord met het realiseren van een gesloten grondbalans voor
de uit de bouwput vrijkomende, overtollige licht verontreinigde
(boven)grond (A<B-waarde van de Leidraad Bodembescherming).
In dat kader verplicht de koper zich tot het verrichten van de volgende
werkzaamheden
- de licht verontreinigde bovengrond (50 tot 120 cm-mv) en schone onder
grond van de bouwput gescheiden af te graven en niet met elkaar te vermen
gen;
- de licht verontreinigde grond vervolgens ter plaatse van de bouwput of
rondom het te bebouwen gedeelte van het verkochte te verwerken, waarbij
de verwerkingsdiepte van de licht verontreinigde grond zich eveneens niet
beneden de gemiddelde grondwaterstand mag bevinden;
- indien na voormelde verwerking vervolgens nog licht verontreinigde grond
overblijft, moet dat door de koper op een milieuhygiënische wijze conform
de daarvoor geldende milieuwetgeving worden verwerkt. Dat impliceert het
vragen van advies aan het Service Centrum Grondreiniging omtrent de reinig-
baarheid van de grond. De kosten van verwerking (stort- of reinigingskos-
ten) zijn voor rekening van de koper;
- bij de aanwezigheid van een andere locatie met een qua aard en mate
gelijksoortige of in meerdere mate verontreinigde grond binnen het grondge
bied van de gemeente Breda, wordt tevens door de verkoper ingestemd met
hergebruik van de overtollige lichte verontreinigde grond op deze locatie;
- ten minste twee weken voorafgaande aan het aanvangstijdstip van de
uitvoering van de grondwerkzaamheden op het verkochte, moet de Milieudienst
Breda hiervan in kennis worden gesteld;
- de Milieudienst Breda ziet toe op een milieuhygiënisch verantwoorde
uitvoering van hetgeen hierboven is gesteld en is bevoegd aan de koper
hieromtrent aanwijzingen te geven.
Lid 2.
Bij het niet-nakomen van één van de in bovenvermeld lid omschreven voor de
koper geldende verplichtingen, zal de koper jegens de verkoper voor iedere
niet-nakoming een direct opvorderbare boete (zonder rechterlijke tussen
komst) van 1.000,-- verbeuren voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat
de koper in gebreke is gebleven om aan de betreffende verplichting te
voldoen. Hiervan is sprake na het verstrijken van 14 dagen na dagtekening
van het postregu van een door de verkoper aan de koper verzonden aangete
kend schrijven, waarin het verzoek tot nakoming is uitgedrukt.
RE022819 (25 november 1994)