3
Raadsvoorstel vervolg/78
bezwaar of beroep kan worden ingesteld.
Op grond van het bovenstaande komt de Commissie voor bezwaar- en
beroepschriften tot het oordeel dat de Parochie Breda Noord in haar
beroepschrift kan worden ontvangen.
inhoudelijk
De centrale vraag in de huidige beroepsprocedure is, of er inderdaad
sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.
Als door de Parochie aangedragen en naar haar oordeel nieuw gebleken
feiten en veranderde omstandigheden kunnen worden beschouwd de finan
ciële problemen die de Parochie stelt te ondervinden van de intrekking
van de inzamelvergunning en de - zoals de parochie stelt - als gevolg
daarvan aangegane fusie.
De vraag is, of dit inderdaad nieuw gebleken feiten of veranderde
omstandigheden zijn, die het terugkomen op de eerdere besluitvorming
rechtvaardigen. Voorwaarde daarvoor is, dat de aangedragen nieuwe
feiten of veranderde omstandigheden niet voorzienbaar waren bij de
vorige beslissingen.
De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften overweegt daarover, dat
de terugval in inkomsten voor alle betrokkenen was te voorzien. Mede
om hierin tegemoet te komen is bij de intrekking van de inzamelvergun
ning bestuurscompensatie verstrekt. Het uiteindelijke bedrag aan
teruggelopen inkomsten zoals dat uit de exploitatie-rekening over 1993
blijkt, acht de commissie, hoewel zij onderkent dat hierdoor de
financiële positie van de parochie is verslechterd, op zich dan ook
geen nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid, dat rechtvaar
digt om op de eerdere besluitvorming terug te komen. Die terugval was
immers te voorzien. Te voorzien was zelfs dat ook indien de inzamel
vergunning niet zou zijn ingetrokken, een terugval in inkomsten zou
plaatshebben, gelet op de situatie op de oud-papiermarkt in 1992, de
expiratiedatum van de inzamelvergunning en het gemeentelijke beleids
voornemen om zelf de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval ter
hand te nemen.
Het is de commissie daarnaast niet aannemelijk geworden, dat de
intrekking van de inzamelvergunning rechtstreeks tot gevolg heeft
gehad dat de Parochie Christus Koning haar activiteiten heeft moeten
staken of in haar voortbestaan werd bedreigd. Een rechtstreeks verband
tussen de intrekking van de inzamelvergunning en de uit financiële
nood voortgekomen fusie met drie andere parochies acht de commissie
niet aangetoond of aannemelijk.
De Commissie voor bezwaar- en beroepschriften adviseert dan ook het
beroep ongegrond te verklaren.
Consequenties