3
Raadsvoorstel vervolg/ 93
uiterlijk meer waarde toegekend dan door de commissie WAM en ook het
interieur wordt bij de beoordeling betrokken, waarbij de vraag gesteld
moet worden of advies tot stand is gekomen als beoordeling van neo
gotiek in Breda of de landelijke waarde van neo-gotiek. De commissie
WAM is duidelijk over het gebrek aan landelijke waarde en dat is
hetgeen in het kader van de rijkslijst dient te worden aangegeven.
Het advies van de stadsarchivaris dateert van enige jaren geleden
(1985) uit een tijd dat de gemeente nog niet beschikte over deskundig
heid op dit gebied. De beoordeling van de stadsarchivaris is te
kenschetsen als een historisch in plaats van een architectuur-histo
risch oordeel, maar dit hoeft aan de waarde niets af te doen. Ten
aanzien van zijn expertise wordt opgemerkt dat door gebrek aan onder
houd en door het gebruik van de kerk het interieur waarschijnlijk
geleden zal hebben.
De verzoeker zelf voegt geen nieuwe argumenten toe dan de doelstelling
van de Nationale Vereniging Salvator 'het behouden van bestaande
kerkgebouwen in de Nederlandse kerkprovincie'. Dit laatste kan niet
beschouwd worden als een argument om een pand te plaatsen op de
rijksmonumentenlij st
Het horen van de belanghebbenden heeft geen (nieuwe) gezichtspunten
opgeleverd: ten aanzien van de opvattingen van de huidige eigenaar
over de plaatsing van de Kerk op de rijksmonumentenlijst heeft hij ons
meegedeeld dat zijn inspanningen om tot realisatie van nieuwbouw over
te gaan impliceert dat hij geen behoefte heeft aan plaatsing op de
rijksmonumentenlijst. Een van de omwonenden, de heer Klinkhamer heeft
in een verzoek om gehoord te worden, gerefereerd aan een standpunt van
de Provincie. Dit is bij bij de Provincie nagetrokken en hun opvatting
is in een brief bijgevoegd.
Op grond van deze overwegingen adviseren wij uw raad het advies van de
Commissie WAM over te nemen om de H. Hartkerk niet aan te wijzen als
beschermd monument en niet in aanmerking te laten komen voor de status
van rijksmonument, vanwege zijn beperkte architectuur-historische
waarde
Wij menen in voldoende mate overwogen te hebben in welke mate de kerk
vanwege zijn schoonheid, haar betekenis voor de wetenschap of om
cultuurhistorie redenen op de rijksmonumentenlijst geplaatst zou
moeten worden (artikel 1 van de Monumentenwet 1988) en adviseren uw
raad akkoord te gaan een negatief advies te geven op het verzoek tot
plaatsing op de rijksmonumentenlijst.
Consequenties
Juridisch
Communicatie