Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/98
Registratienummer 957001630
Dienst/afdeling RO-EZ/JZ
Aantal bijlagen
Betreft: HET VOEREN VAN EEN ARTIKEL 19 WRO-PROCEDURE VOOR DE BOUW VAN
48 WONINGEN OP DE VOORMALIGE LOCATIE VAN HET IGNATIUSZIEKENHUIS AAN DE
ST. IGNATIUSSTRAAT TEN BEHOEVE VAN HEIJMANS PROJECTONTWIKKELING.
Inleiding
Op 14 maart 1995 is bij ons binnengekomen een verzoek van Heijmans
Projectontwikkeling om vrijstelling als bedoeld in artikel 19 Wet op
de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van de bouw van 48 woningen op de
voormalige locatie van het Ignatiusziekenhuis aan de St. Ignatius-
straat
Het bovengenoemde bouwplan is gelegen in het bestemmingsplan Brabant
park A 1963 met de geldende bestemming Bijzondere gebouwen.
Het bouwplan is niet in overeenstemming met de voorschriften van het
geldende bestemmingsplan. Uw raad heeft op 29 september 1994 een
voorbereidingsbesluit* voor de hiervoor genoemde locatie genomen. Er
is nog geen nieuw bestemmingsplan vastgesteld.
Te besluiten om ten behoeve van het op 14 maart 1995 ingekomen verzoek
om vrijstelling van de vigerende bestemmingsplanbepalingen van Heij
mans Projectontwikkeling voor de bouw van 48 woningen op de voormalige
locatie van het Ignatiusziekenhuis aan de St. Ignatiusstraat de
procedure artikel 19a Wet op de Ruimtelijke Ordening te voeren.
Mot ive ring/Toe1ichting
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 3 Wet op de Ruimtelijke
Ordening heeft uw raad de bevoegdheid de beslissing omtrent het
verlenen van een vrijstelling aan zich te houden. Het verzoek om
vrijstelling heeft daartoe voor u ter visie gelegen. Naar aanleiding
van deze ter visielegging heeft meer dan 1/5 van het aantal leden van
uw raad te kennen gegeven dat zij wensen dat de raad beslist over het
onderhavige verzoek om vrijstelling.
Dit betekent dat uw raad thans moet beslissen of ten behoeve van het
onderhavige verzoek om vrijstelling al dan niet de procedure artikel
19a Wet op de Ruimtelijke Ordening gevoerd kan worden. Indien hiertoe
besloten wordt, dient het voornemen om medewerking te verlenen gepu
bliceerd te worden en wordt het verzoek 2 weken ter visie gelegd. Over
eventuele bedenkingen dient uw raad dan te besluiten. Als de bedenkin
gen geen aanleiding zijn om af te zien van het verzoek om vrijstelling
dan kan de verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten worden
aangevraagd.
Voorstel