Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/107
Registratienummer 956502274
Dienst/afdeling BD/DBKC/BJZ
Aantal bijlagen
Betreft: HET AANGAAN VAN EEN RECHTSGEDING TOT VERHAAL VAN KOSTEN
VERBONDEN AAN DE TOEPASSING VAN BESTUURSDWANG MET BETREKKING TOT HET
VOORMALIGE SLACHTHUISTERREIN
Inleiding
Eind vorig jaar heeft ons college de eigenaren van het voormalige
slachthuis aan de Van Rijckevorsselstraat aangeschreven tot het
treffen van voorzieningen c.q. sloop om een einde te maken aan de
gevaarlijke toestand waarin het slachthuisterrein zich bevindt.
Daartegen maakten de eigenaren bezwaar bij ons college. Op 10 maart
1995 hebben wij deze bezwaren gedeeltelijk gegrond (wat betreft de
bevoedheid om aan te schrijven tot sloop) en gedeeltelijk ongegrond
verklaard*. Tegen die beslissing dienden de eigenaren beroep in bij de
rechtbank te Breda, die op 28 maart 1995 het beroep gedeeltelijk
verwierp*Daartegen hebben de eigenaren hoger beroep ingediend bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hierop is nog niet
beslist. De aanschrijving tot het treffen van voorzieningen is in
stand gebleven. Gelet op de noodzaak van het op korte termijn treffen
van voorzieningen en gelet op de weigerachtigheid van de eigenaren om
zelf voorzieningen te treffen, hebben wij inmiddels besloten de
bestuursdwang te effectueren.
De kosten daarvan kunnen in beginsel worden verhaald op de eigenaren.
Ter verzekering van de verhaalsmogelijkheden hebben wij inmiddels
besloten conservatoir beslag te leggen op de vermogens van de eigena
ren c.q. directeuren van de betrokken vennootschappen.
Voorstel
1. te besluiten tot het aangaan van een rechtsgeding tot verhaal van
kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang.
Motivering/Toelichting
Op grond van artikel 700 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorde
ring dient binnen een door de president van de Rechtbank te bepalen
termijn van tenminste acht dagen na het beslag een eis tot betaling
van de kosten in de hoofdzaak te worden ingesteld. Die hoofdzaak wordt
ingeleid door een dagvaardingsprocedure. Nu het aangaan van een
zodanige procedure in dit geval niet is gedelegeerd aan ons college,
dient uw raad hieromtrent te besluiten.
Consequenties