2
Raadsvoorstel vervolg/ 114
geldt.
Daarnaast blijft het karakter behouden door de instandhouding- en
beheersregeling
In de bestemming "Verkeersdoeleinden V" wordt een gedeelte van de
hoofdweg van Breda naar Rijsbergen, de Rijsbergseweg, geregeld.
Het ontwerpplan is in het kader van het voorgeschreven overleg ex
artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening aan diverse
overheidsinstanties toegezonden.
De ingekomen reacties hebben wij voor uw raad ter inzage gelegd en
zijn opgenomen in de toelichting bij het ontwerpplan.
Met betrekking tot de milieu-aspecten en de economische uitvoerbaar
heid van het plan mogen wij u verwijzen naar het gestelde op pagina 3
en 4 van de toelichting behorende bij het plan.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 27 maart 1995 gedu
rende een termijn van vier weken ter inzage gelegen.
Gedurende deze periode heeft niemand een zienswijze kenbaar gemaakt
bij uw raad.
In het ontwerpplan zijn na de tervisielegging geen wijzigingen meer
aangebracht
Thans dient uw raad een besluit te nemen tot vaststelling van het
bestemmingsplan.
Consequenties
Omdat niemand een zienswijze heeft kenbaar gemaakt bij uw raad en in
het ontwerp-bestemmingsplan geen wijzigingen zijn aangebracht, kan op
grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening slechts
een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat
is geweest een zienswijze kenbaar te maken bij uw raad, na de vast
stelling van het bestemmingsplan, bedenkingen inbrengen bij Gedepu
teerde Staten en eventueel daarna beroep instellen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Communicatie
Op 21 april 1994 is er een inspraakbijeenkomst georganiseerd over het
ontwerp-bestemmingsplan. Het verslag van deze bijeenkomst is als
bijlage bij het bestemmingsplan opgenomen.