Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/ 121
Registratienummer 956502111
Dienst/afdeling BD/BEL
Aantal bijlagen geen
Betreft: KWIJTSCHELDINGSREGELING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN.
Inleiding
Ingevolge de Gemeentewet is de gemeente bevoegd om kwijtschelding van
gemeentelijke heffingen te verlenen. Hierbij is ze wel gebonden aan de
door de Minister van Financiën gestelde regels. Het Kabinet heeft re
cent besloten om de gemeenten de mogelijkheid te bieden tot het voeren
van een ruimer kwijtscheldingsbeleid. Hiertoe dient de Gemeentewet te
worden gewijzigd. In verband met deze wetswijziging dient uw raad te
beslissen of en in hoeverre de gemeente Breda gebruik zal maken van de
ruimere kwijtscheldingsmogelijkheden
Voorstel
1. Te besluiten tot het maximaal gebruik maken van de door de wetgever
geboden beleidsruimte tot het verlenen van kwijtschelding van gemeen
telijke belastingen.
2. Hiertoe de Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen 1995
vast te stellen.
Motivering/Toelichting
De gemeente Breda maakt voor wat betreft de gemeentelijke belastingen
maximaal gebruik van de door de wetgever in artikel 255 van de Gemeen
tewet neergelegde kwijtscheldingsmogelijkheden. Bij de vaststelling
van de Kwijtscheldingsregelingen gemeentelijke heffingen 1992 en 1993
zijn slechts beperkingen aangebracht voor wat betreft de belasting
soorten (geen kwijtschelding van leges, marktgelden enz.), de honden
belasting (geen kwijtschelding voor tweede en volgende honden)en
voor de indieningstermijn (binnen twee maanden na dagtekening aanslag
biljet)
Door de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten wordt reeds geruime tijd aangedrongen op meer beleidsvrij
heid voor de waterschappen en de gemeenten op kwijtscheldingsgebied.
Vanuit de opvatting dat het inkomensbeleid puur een zaak van het rijk
is, is tot op heden deze beleidsvrijheid niet toegestaan. Een door het
kabinet ingestelde Werkgroep Inkomens- en Kwijtscheldingsbeleid (WIK)
heeft in deze echter aan het kabinet geadviseerd om een verruiming
mogelijk te maken en om deze verruiming stapsgewijze in te voeren. Het
kabinet heeft op basis van dit advies besloten om de eerste stap reeds
in 1995 te zetten. Dit impliceert dat in de toekomst nog meer "verrui
mende" maatregelen mogen worden verwacht.
Om verruiming mogelijk te maken dient de Gemeentewet te worden gewij-