Mede op basis van het archiefonderzoek zullen de onderzoekers in de
gelegenheid worden gesteld om voorgesprekken te hebben met betrokkenen
waarin wat dieper op besluiten of ontwikkelingen rondom het project wordt
ingegaan. Te denken valt aan vijftien voorgesprekken.
ad. c gesprekken
De feitelijke gesprekken op basis van het dossier-/archiefonderzoek, de
voorgesprekken en de eerste analyse zullen naar verwacht mag worden zich
richten op een groep van 30 personen. Daarvoor in aanmerking komen:
- leden van de huidige raad en uit vorige raadsperioden;
- leden van de Ad hoc-raadscommissie;
- (ex)leden van het college van B&W;
- deelnemers in stuurgroep en de bestuurlijke werkgroep;
- ambtelijke beslissers, coördinatoren en adviseurs.
Gesprekken met personen van buiten de gemeentelijke organisatie zullen ter
completering door de onderzoekers naar alle waarschijnlijkheid worden nodig
worden geacht. Daarbij valt met name te denken aan de architect, de
bouwmanager en de hoofdaannemer.
Afhankelijk van de richting die het uiteindelijke onderzoek zal uitgaan, is
het denkbaar dat eveneens gesprekken worden gevoerd met: toenmalige
adviseurs van Berenschot; de architect van het plan voor de nieuwbouw van
de schouwburg aan het Van Coothplein; een of meer theaterproducenten;
diverse bouwadviseurs, onderaannemers en installateurs; de externe accoun
tant van de gemeente.
ad. d aanvullende onderzoek door materie-deskundigen
Naast dossier-/archiefonderzoek en gesprekken kan ook materie-onderzoek
door deskundigen nodig zij
43 Overige zaken
Voorop moet staan dat de gemeente en haar bestuursorganen bij het onderzoek
zonder enige beperking alle medewerking verlenen.
Zo zullen de onderzoekers toegang hebben tot alle bij de gemeente berus
tende stukken die zij in het kader van het onderzoek van belang achten.
Daartoe behoren ook vertrouwelijke stukken waarvan de geheimhouding niet is
opgeheven. De onderzoekers hebben het recht om personen te spreken die op
een of andere wijze bij het (nieuwbouw)proces betrokken zijn (geweest).
Wij zullen de andere partners in het (nieuwbouw)proces verzoeken - eveneens
zonder terughoudendheid - aan het onderzoek mede te werken.
De te voeren gesprekken zullen in beslotenheid plaatsvinden.
Op de verslaglegging is de Wet openbaarheid van bestuur van toepassing, dat
wil zeggen dat openbaarheid regel is, tenzij in deze wet vermelde uitzonde
ringen van toepassing zijn. Bij dat laatste denken wij in ieder geval aan
de bescherming van de procespositie van de gemeente.
De onderzoekers zullen schriftelijk aan ons college verslag doen van hun
onderzoek en bevindingen, welk verslag wij vervolgens onverwijld aan de
gemeenteraad zullen aanbieden. Het verslag zal, met inachtneming van het
vorenstaande, openbaar zijn en dus door de onderzoekers extern worden
verspreid.
Het uitbrengen van een tussenrapportage of een voorlopige rapportage an
derszins achten wij niet op zijn plaats daar dit onder meer afbreuk doet
aan een totaalbeoordeling door het college en de raad.
5. Organisatie van het onderzoek
De onderzoeksopdracht kan op verschillende manieren worden uitgevoerd.
3