Gemeente Breda
2
Raadsvoorstel vervolg/ 123
onder meer gesproken over de profielschetsen van de door de raden voor
te dragen kandidaten en over de wijze waarop deze kandidaten geworven
zouden kunnen worden.
Eind maart hadden alle medezeggenschapsraden hun voordrachten inge
diend. Iedere raad heeft 1 kandidaat namens de oudergeleding en 1
kandidaat namens de personeelsgeleding voorgedragen. De medezeggen
schapsraad van de scholengemeenschap Graaf Engelbrecht heeft een
meervoudige voordracht gedaan. Van de raden van het Stedelijk Gymnasi
um, de scholengemeenschap Van Cooth en de schoolgemeenschap De Rotonde
zijn enkelvoudige voordrachten ontvangen.
De genoemde scholen hebben de volgende voordrachten gedaan:
Stedelijk Gymnasium:
namens de ouders: mevrouw D. Eckardt-Cammel
namens het personeel: de heer A. de Best
scholengemeenschap Van Cooth:
namens de ouders: de heer C.W.J.M. van Fessem
namens het personeel: de heer A.J.A.J. de Goey
scholengemeenschap Graaf Engelbrecht:
namens de ouders: 1. de heer M. van Veen
2. de heer A. Brok
namens het personeel: 1. de heer A. van Boven
2. de heer A. Brok
schoolgemeenschap De Rotonde:
namens de ouders: de heer J. Bosma
namens het personeel: de heer J.C.M.T. Kerkhof
De Stichting West Brabant voor algemeen vormend onderwijs en beroeps
onderwijs heeft mevrouw I.M.Th. Magermans voorgedragen.
Ten behoeve van de 2 door burgemeester en wethouders voor te dragen
personen is een open wervingsprocedure gevolgd. Er is een advertentie
geplaatst in het dagblad De Stem van 4 februari 1995. Hierin stond
ondermeer een profielschets van de kandidaatleden.
Er hebben 12 personen op de advertentie gereageerd.
Na telefonisch overleg heeft 1 persoon zelf zijn kandidatuur ingetrok
ken.
Op grond van de ingekomen brieven is er een eerste selectie van
kandidaten gemaakt. Er werd besloten om 8 personen voor een gesprek
uit te nodigen. De overige 3 kandidaten leken om uiteenlopende redenen
niet in aanmerking te komen voor het lidmaatschap van de bestuurscom
missie. Met de 8 geselecteerden zijn gesprekken gevoerd.
Na deze gespreksronde bleek, dat 3 personen niet voor de commissie
konden worden voorgedragen. De overige 5 kandidaten leken allen in
aanmerking te kunnen komen.
Tijdens de gesprekken is aan alle personen meegedeeld, dat er slechts
2 kandidaten benoemd zouden kunnen worden. Daarbij is hen gevraagd of
ze in aanmerking wilden komen voor een tweede of derde plaats op een
meervoudige voordracht, hetgeen door allen bevestigend is beantwoord.
Het beschikbaar houden van "reserveplaatsen" is nuttig voor het