Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/ 127
Registratienummer 959000148
Dienst/afd. Bureau Cultuur
Aantal bijlagen
Betreft: Beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van archeolo
gische opgravingsaktiviteiten
Inleiding
In Breda worden op dit moment verschillende grote bouw- en infrastruc
tuurwerken voorbereid op terreinen met belangrijke archeologische
waarden. Gezien de omvang van de werkzaamheden en de aard van de
aanwezige archeologische resten zal het verlies aan cultuurhisotirsche
informatie naar verwachting het grootst zijn in de gebieden Steenak
ker-Zuid (NAC-stadion) en Nieuwstraat (MAB/V&D-complex)
Voorstel
1. Een krediet van f 200.000,-- beschikbaar te stellen voor archeolo
gische opgravingen inde gebieden Steenakker-Zuid (NAC-stadion) en
Nieuwstraat (MAB/V&D-complex)
2. Dit bedrag ten laste te brengen van de post onvoorzien van de
Algemene Dienst
3. De begrotingen van Bureau Cultuur en de Algemene Dienst, beide voor
het dienstjaar 1995, te wijzigen overeenkomstig daartoe strekkkende
besluiten
Motivering/Toelichting
Op genoemde locaties zijn sporen aanwezig uit de periode van de oudste
ontwikkeling van de stad. In Steenakker-Zuid is bovendien pre-stede-
lijke bewoning aanwezig, hetgeen werd vastgesteld op grond van vooron
derzoek door de stichting RAAP, terwijl in de Nieuwstraat over een
zeer grote oppervlakte gegevens voorhanden zijn over het middeleeuws
urbanisatieproces in Breda (geconstateerd tijdens vooronderzoek in
1994)Deze gegevens over verschillende aspecten van de vroegste
periode van de stad zijn niet voorhanden in de geschreven archieven en
dreigen daardoor definitief verloren te gaan.
Aangezien geen regulier budget voor archeologische opgravingen aanwe
zig is, stellen wij u voor het beschikbaar te stellen krediet voor
beide projecten aan te wenden. Dit houdt in dat binnen de aktiviteiten
zodanige prioriteiten zullen wordne gesteld dat de meest fundamentele
informatie gedocumenteerd kan worden.
In verband met een goede aansluiting op de bouwaktiviteiten is het van
belang dat de werkzaamheden op korte termijn kunnen aanvangen. In
relatie hiermee hebben wij de coördinerend directeur van de sector
Cultuur gemachtigd om, na behandeling van dit voorstel in de commissie
OCE, vooruitlopend op dit raadsbesluit tot uitvoering van de werkzaam
heden over te gaan.