Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/ j[5 3
Registratienummer 957002519
Dienst/afdeling RME/WAM
Aantal bijlagen 1
Betreft: Vaststelling meerjarenprogramma 2001 in het kader van het
"Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten"
Inleiding
Ieder jaar dient de gemeenteraad een restauratieprogramma vast te
stellen in het kader van het "Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie
Monumenten"(BRRM)Op grond van de indiening van deze jaarschijf stelt
de minister het budget vast waarover de gemeente kan beschikken ten
behoeve van restauraties van monumenten welke op rijkslijst zijn
geplaatst. De planperiode bedraagt zes jaar.
Thans is de jaarschijf 2001 aan de orde, dat wil zeggen dat na toewij
zing van het budget door de minister, vanaf 1 januari 1996 restaura
ties ten laste gebrachte kunnen worden van dit budget. Uiterlijk op 1
april 2001 moeten aanvragen voor dit budget bij de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg zijn ingediend.
Voorstel
jr
1. Het meerjarenprogramma 2001 in het kader van het "Besluit Rijkssub
sidiëring Restauratie Monumenten" (BRRM) vast te stellen.
Motivering/Toelichting
Het meerjarenprogramma bevat een overzicht van de in technische zin
matige of in slechte staat verkerende monumenten die voor restauratie
in aanmerking komen en geeft tevens een indicatie van de kosten van
deze restauraties.
In het kader van het "strategisch plan voor de monumentenzorg "wordt
een hoger bedrag aan restauraties ingediend dan het voor Breda be
schikbare budget zal toelaten.
Dit wordt gedaan om in aanmerking te komen voor een re-allocatie van
middelen welke onstaat als gemeente restauratiegelden overhouden van
een toegekend jaarbudget en de gelden conform het bepaalde in de BRRM-
regeling terugvloeien naar het rijk.
Gezien de reorganisatie van het monumentenbeleid en de daarmee samen
hangende konsekwenties is voor de jaarschijf 2001 gekozen voor het
aangeven van die monumenten waarvoor reeds restauratieverplichtingen
zijn aangegaan en die restauraties waarvan is aangegeven dat zij in de
planperiode gerealiseerd zullen worden.
Dit houdt niet in dat hiermee een limitatieve opsomming is gegeven van
de restauratie behoefte. Deze behoefte zal na een algehele opname van
de rijksmonumenten een veelvoud blijken te zijn van de thans gepresen
teerde lijst.
In afwachting van de herijking van het gemeentelijk monumenten bezit,