mm 2 Raadsvoorstel vervolg/ 157 Na ongeveer drie jaar saneren bleek dat de sanering van de benzinever ontreiniging in de noord-oosthoek van het terrein (achter de Adriaan van Bergenstraat) als voltooid kon worden beschouwd. De sanering van de ten zuiden daarvan gelegen olieverontreiniging met huisbrandolie (achter de Prinsenkade) is echter nog niet voltooid. Dit laat zich verklaren door de aanwezigheid van een grotere restveront- reiniging (vermoedelijk onder het naastgelegen pand) de fysische eigenschappen van olie (een geringere mobiliteit in de bodem) en de inhomogeniteit van de bodem ter plaatse. De gemeten drijflaagdiktes in een van de waarnemingsfilters waarmee het verloop van de sanering gevolgd wordt liepen aanvankelijk gestaag terug maar de maanden september en november 19 9 3 gaven op één plek weer een toename te zien. Op zich niets bijzonders omdat spreiding in de monitoringsresultaten normaal is bij een grondwatersanering. Na een aantal nieuwe bemonsteringsrondes werd echter duidelijk dat het om een op en neer gaande trend ging, zodat de sanering per saldo weinig vooruitgang boekte Daarmee rees de vraag of de kosten van de sanering nog wel in verhou ding stonden tot het milieurendement. Stoppen van de sanering is niet aan de orde omdat de olieverontreiniging nog altijd boven de interven tiewaarde ligt. Gevaar voor de volksgezondheid is overigens niet aanwezig Eind 1994 is daarom met de provincie overeengekomen over te schakelen op een nieuwe aanpak van de grondwatersanering. Dat vergt eerst nader onderzoek naar de nog onbekende verontreinigingsbron(nen) waarvoor door uw Raad reeds een krediet ter grootte van de gemeentelijke drempel van f 100.000,-- is verstrekt. Dit omschakelingsproces naar een meer kosteneffectieve methode van saneren, heeft meer tijd gekost met als gevolg dat de installatie later is verwijderd dan het krediet toeliet. Het verstrekte krediet bedroeg f 315.000,-- terwijl de totale lasten f 365.000,- bedragen. Om in dit soort situaties te voorzien, kan worden teruggevallen op de algemene reserve bodemsanering. Voorgesteld wordt dan ook de extra kosten hieruit te dekken. Consequenties Het aanvullend krediet van 50.000,-- kan ten laste worden gebracht van de voorziening bodemsanering bij de Algemene Dienst. Communicatie Via een schrijven van 31 januari 1995 zijn de omwonenden geïnformeerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 900