Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995 /164
Registratienummer 958502494
Dienst/afdeling RME en DSB
Aantal bijlagen geen
Betreft: omgaan met schone en licht verontreinigde grond.
Inleiding
De gemeente Breda heeft momenteel te maken met een grondoverschot uit
haar werken ten behoeve van uitleggebieden, inbreidingslokaties en
infrastructuur. Bij ongewijzigd beleid zal dit grondoverschot naar
verwachting groter worden. Een toenemende hoeveelheid van de bij
werken uitkomende grond is bovendien verontreinigd. Reiniging of
storting van deze verontreinigde grond kan alleen tegen zeer hoge
kosten. De gemeente Breda kan deze hoge kosten voorkomen door over te
gaan op het hergebruik (onder voorwaarden) van verontreinigde grond.
De vakdirectie VGEP en VMD van de dienst RME en de directie DIOR van
de dienst Stadsbeheer hebben een aantal samenhangende voorstellen
ontwikkeld om het actief hergebruik van vervuilde grond mogelijk te
maken. De voorstellen zijn ontwikkeld vooruitlopend op een meer
omvattend beleidsvoorstel m.b.t. het omgaan met grondstoffen.
Voorstel
1. In te stemmen met de inliggende notitie "omgaan met schone en
lichtverontreinigde grond"
2In te stemmen met het saneringsvoorstel voor Driekoningenoord
alsmede het daarvoor benodigde krediet van 750.000,--
3. In te stemmen met het voorstel van het woonwagenschap Breda het
dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda te verzoeken 270.667,--
bij te dragen in de kosten van het saneren van de bodem van het
terrein vm. Driekoningenoord (zie inliggende brief)
4. In te stemmen met bijgevoegde schriftelijke akkoordverklaring
richting het woonwagenschap in liquidatie
5. In te stemmen met de aanleg van een grondoverslagstation op Drieko
ningenoord alsmede het daarvoor benodigde krediet van 260.000,--.
6. In te stemmen met de financiering van de sanering van Driekoninge
noord, de aanleg van een grondoverslagstation en het beheer van het
grondoverslagstation middels een heffing op lichtverontreinigde grond
in gemeentelijke werken voor een periode van 10 jaar.
7. Te besluiten de begroting van Concern en Grondbedrijf conform
bovenstaande besluiten te wijzigen.
