Raadsvoorstel vervolg/ ^54
Door het Woonwagenschap wordt middels haar schrijven van 27 maart 1995
om een schriftelijke akkoordverk1 arinq gevraagd in de zin van goedkeu
ring van haar voorstel om het dag^liiks bestuur van het Stadsgewest
Breda voor te stellen in de kosten van bodemsanering van het vm.
Driekoningenoord 270.667,-- bij te dragen. Hiermee kan worden
ingestemd onder de voorwaarde dat de bijdrage gefinancierd wordt uit
de stadsgewestelijke reserve ("nazorg gesloten stortplaatsen").
KOSTEN VAN GRONDOVERSLAGSTATION DRIEKONINGENOORD.
De sanering van de tweede generatie verontreinigingen als voorbe
schreven, de aanleg van de afdeklaag en de inrichting van het over
slagstation vragen de volgende investeringen:
1. Bodemsanering 750.000,--
2. Bouwrijpmaken 170.000,--
3. Inrichting overslagstation 90.000,--
Totale Investering ï.oiO.OOO,--
De jaarlijkse kosten voor het overslagstation zijn:
vaste kosten (voor periode van 10 jaar)
- kapitaalslasten (10% v.d. totale investering) 101.000
- faseringslasten 16.500
- huur 60.000
ten dele variabele kosten:
- controle en bewaking 115.000
- milieutechnisch onderzoek 20.000
variabele kosten:
- transportkosten bij een jaarlijks
aanbod van 10.000 m3 lichtveront-
reinigde grond 100.000
jaarlijkse kosten voor grondoverslagstation 412.500
Voorgesteld wordt om de jaarlijkse kosten van het overslagstation te
financieren uit een heffing per m3 op de in gemeentelijke werken
aangetroffen lichtverontreinigde grond. Deze hoeveelheid licht veront
reinigde grond in gemeentelijk werk wordt geschat of 50.000m3 per
jaar. Met heffing van ca. f8.= per m3 licht verontreinigde grond
kunnen de kosten van het overslagstation worden gedekt.
NADERE UITWERKING.
Voor het nader uitwerken van bovenbeschreven voorstellen wordt voor de
duur van circa 9 maanden een tijdelijk werkgroepje geformeerd van ver-
De nadere uitwerkingsvoorstellen van het werkgroepje worden voor
akkordering aan de directie Financiën van de Bestuursdienst en de
portefeuillehouder Stadsbeheer Grondbedrijf en Milieu voorgelegd.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage I: notitie
omgaan met schone en licht verontreinigde grond"