2 Raadsvoorstel vervolg/ Bij de behandeling van die Kadernota in de vergadering van 23 februari 1994 is door uw raad een motie aanvaard waarbij burgemeester en wethouders werden uitgenodigd in overleg te treden met de V.V.V. teneinde met ingang van 1995 te komen tot een (gewijzigde) financiële verhouding tussen gemeente en V.V.V. waarbij de toenmalige V.V.V.- activiteiten uitgangspunt waren. Verder nodigde u burgemeester en wethouders daarbij uit vóór de begrotingsbehandeling 1995 aan u de resultaten van dat overleg, inclusief de mogelijke financiële conse quenties voor de begroting 1995, te rapporteren. Dat overleg heeft plaatsgevonden op 2 september 1994 en heeft niet geleid tot overeenstemming over de hoogte van het subsidiebedrag. Bij brief van 22 september 1994 hebben burgemeester en wethouders het bestuur van de stichting V.V.V. Breda toen bericht dat zij uw raad zullen voorstellen de hoogte van de bijdrage te bepalen op f 230.400,- - en als overgangsregeling de hoogte van het subsidiebedrag voor 1995 vast te stellen op f 318.700, Vervolgens wordt aandacht besteed aan de in het bezwaarschrift vermel de bezwaren. - geen overleg. Zoals uit het vorenstaande blijkt, en ook in het bezwaarschrift wordt toegegeven, heeft er op 2 september 1994 bestuurlijk overleg plaatsge vonden tussen de gemeente en de stichting V.V.V. Breda. Overigens kon bezwaarde al in een vroegtijdig stadium - bij het uitkomen van de Kadernota 1995 in januari 1994 - kennis nemen van de beleidswijziging in de subsidiëring. Dat daar toen ook door bezwaarde kennis van is genomen, blijkt uit haar inbreng over dit onderwerp tijdens de verga dering van uw commissie onderwijs, cultuur en economische zaken gegeven brief aan burgemeester en wethouders d.d. 2 februari 1994. - strijd met de motie van 23 februari 1994. Gelet op het verwerpen van een motie met nagenoeg gelijke strekking in uw vergadering van 25 oktober 1994 moet worden aangenomen dat uw raad de mening van bezwaarde daarover niet onderschrijft. Bovendien is door aanvaarding van de eerdere motie de dreiging van de toen nog voorgeno men subsidiekorting niet weggenomen. Verder is niet gebleken van enigerlei aan bezwaarde gedane toezegging omtrent onverkorte continuëring van de eerder aan haar verstrekte sub sidie. De brief van 2 juni 1992 over een jaarlijks trendmatige aanpas sing van de subsidie vanaf 1993 was gebaseerd op beleid zoals dat nog gold vóór bedoelde beleidswijziging. In dat kader zouden daaraan uit sluitend bij ongewijzigd beleid eventueel verwachtingen kunnen worden ontleend. Gelet op een en ander is er geen sprake van kennelijke onzorgvuldigheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 964