1
Bijlage bij raadsbesluit nr. 171
SUBSIDIEVERORDENING CULTUUR 1995
HOOFDSTUK I: ALGEMEEN
ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt ver
staan onder:
a. organisatie; een rechtspersoonlijkheid bezittende
instelling of een groep van natuurlijke personen
die zich zonder winstoogmerk activiteiten ten
doel stelt ter behartiging van belangen van
ideële en/of materiële aard;
b. subsidie: de met toepassing van deze verordening
door de gemeente aan een organisatie verleende
geldelijke bijdrage;
c. werkjaar: het kalenderjaar;
d. werkplan: het door de organisatie volgens de
richtlijnen van burgemeester en wethouders vast
gestelde plan, waarin de in het betrokken werk
jaar uit te voeren activiteiten worden vermeld
met de doelstellingen, de te hanteren methoden,
de benodigde personele, materiële en organisato
rische middelen en de beoogde resultaten;
e. incidentele activiteitensubsidie: een subsidie
waarbij de organisatie op de door haar ingediende
begroting een bedrag krijgt toegewezen om activi
teiten van incidentele aard uit te voeren;
f. structurele activiteitensubsidie: een subsidie
waarbij de organisatie op basis van de door haar
ingediende begroting een bedrag krijgt toegewezen
om activiteiten van structurele aard uit te voe
ren;
Artikel 2 Reikwijdte
1. Deze verordening is van toepassing op subsidi
ëring van activiteiten op het gebied van:
kunstzinnige vorming, experimenten en initia
tieven, amateurkunst, (semi)professionele kunst,
beeldende kunst, musea, archeologie, historie en
overig cultuur.
2. De raad kan bepalen, dat deze verordening van
overeenkomstige toepassing of gedeeltelijk of
niet van toepassing is op bepaalde terreinen of
activiteiten
ARTIKEL 3 Kadernotitie cultuur
1. Jaarlijks stelt de raad, tegelijkertijd met de
vaststelling van de Kadernota, een Kadernotitie
cultuur vast.
2. De Kadernotitie cultuur bevat ten minste:
a. een evaluatie van het tot dusverre gevoerde
cultuurbeleid;
b. actualisering van het bestaande cultuurbeleid