Raadsvoorstel vervolg/165
12. D. van Geest, St. Ignatiusstraat 25 te Breda;
13. J. Krajenbrink, St. Ignatiusstraat 25 te Breda;
14. H. Hüsstege, StIgnatiusstraat 27 te Breda;
15. F. Hüsstege-Knoops, St. Ignatiusstraat 27 te Breda;
16. Mevr. v.d. Meijs, St. Ignatiusstraat 31 te Breda;
17. J. Detrie, St. Ignatiusstraat 49a te Breda;
18. S. van Nieuwhek, St. Ignatiusstraat 49a te Breda;
19. R. Roovers, Loopschansstraat 38 te Breda;
20 E. Middel, Loopschansstraat 38 te Breda;
21. R. Askamp, Loopschansstraat 52 te Breda;
22. M. KooijLoopschansstraat 52 te Breda;
23. W. de Laat, Loopschansstraat 54 te Breda;
24. M. de Laat, Loopschansstraat 54 te Breda.
25. C.S.Smans, Rijksweg 36 te Dorst.
De zienswijze van de heer C.S. Smans is ingekomen 18 januari 1996,
derhalve buiten de termijn van tervisielegging en dient niet-ontvanke-
lijk verklaard te worden. Ambtshalve zal echter aan zijn zienswijze
tegemoet gekomen worden, zie hiervoor onder de ambtshalve wijzigingen.
De overige zienswijzen zijn binnen de daarvoor gestelde termijn inge
komen en zijn allen ontvankelijk.
De ingediende zienswijzen worden hierna samengevat weergegeven. Dit
betekent niet dat die onderdelen van de zienswijzen, die niet expli
ciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De ziens
wijzen zijn in hun geheel beoordeeld.
1. Artilan Nederland B.V.
Samenvatting
Reclamant heeft plannen het bedrijfspand aan de Beverweg te herontwik-
kelen en hiervoor schetstekeningen gemaakt. Uit het ontwerp-bestem-
mingsplan blijkt dat de plannen niet zouden passen binnen de aangege
ven rooilijnen en reclamant verzoekt het bestemmingsplan zodanig aan
te passen dat de voorgestelde plannen te zijner tijd doorgang kunnen
vinden.
Beoordeling
Uit de ingediende schetstekeningen blijkt dat de gewenste uitbreiding
past binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak, echter dat de
aangegeven maximum bouwhoogte en het bebouwingspercentage van maximaal
70% (na vrijstelling) realisering van de plannen niet mogelijk maakt.
Nadere bestudering van de plannen leidt ertoe dat vanuit stedebouw
kundig-planologisch oogpunt bezien, de ontwikkeling van de plannen een
opwaardering van de directe omgeving betekent.