4
Raadsvoorstel vervolg/ 165
Beoordeling
1. In het ontwerp-bestemmingsplan is voor het appartementencomplex
gelegen aan de St. Ignatiusstraat een maximale hoogte van 25 meter
opgenomen.
Het bouwplan daartoe is ingediend en daarvoor is de anticipatieproce
dure van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in gang
gezet. Naar aanleiding van de tijdens deze procedure ingekomen schrif
telijke bedenkingen, alsmede naar de (qua inhoud identieke) zienswijze
ingekomen tegen het ontwerp-bestemmingsplan, is het bouwplan inmiddels
gewij zigd.
Het bouwplan zal verminderd worden met 1 bouwlaag en telt nu 7 bouwla
gen; daardoor zal als maximum toelaatbare hoogte opgenomen worden 19
meter.
Het te realiseren appartementencomplex vormt samen met andere grotere
gebouwen (zoals o.a. strafgevangenis De Koepel, Florijn College,
kloostercomplex Mater Deï, NHTV) het karakter van de St. Ignatius
straat. Deze straat is belangrijk als stadsentree en is een centrale
route met een goede ruimtelijke opzet, breed profiel en dubbele bom
enrij. Het appartementencomplex, zoals dat thans in de rooilijn is
gesitueerd, biedt de mogelijkheid de identiteit van deze centrale
route nader vorm te geven en sluit overigens aan op de rooilijn van
het Florijn College.
De (inmiddels aangepaste) hoogte van het appartementencomplex is ener
zijds passend bij de vrij massieve bebouwing van het Florijn College
en anderzijds passend door de ligging van de lokatie zelf. Het gebouw
ter plaatse markeert de overgang van de St. Ignatiusstraat naar de
binnenstad Wilheminasingelen ligt tevens als blikvanger in het
verlengde van de Sophiastraat/NassaustraatAls beeldbepalend element,
ook met een maximum van 19 meter, is de hoogte van het gebouw op de
betreffende locatie stedebouwkundig verantwoord.
2. Een groot deel van reclamants bezwaar betreft de Wet Geluidhinder.
In het kader van het concept-verzoek aan Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant om hogere grenswaarden vast te stellen voor de apparte
menten aan de St. Ignatiusstraat zijn dezelfde bezwaren ingediend. Bij
brief van 29 februari 1996* heeft reclamant een reactie ontvangen,
waarnaar wij verwijzen.
In het kader van onderhavig bestemmingsplan kunnen wij meedelen dat
met de woningen die door de situering of bouwvorm een doelmatige
akoestische afschermende functie gaan vervullen, ook bedoeld zijn die
woningen die de geluidbelasting van andere nieuwe woningen beperken
(zie Nota van Toelichting bij het Besluit grenswaarden binnen zones
langs wegen, 1981).