Bijlage bij raadsvoorstel en -besluitnr. JA7
Bijlage I
Voorschriften bij subsidiebesluit gemeenteraad Breda de dato 27 juni 1996,
nummer
a) de subsidie moet worden aangewend voor de in de bij dit raads
besluit behorende raadsvoorstel omschreven werkzaamheden;
b) facturen dienen te worden gefiatteerd door het projectmanage
ment voordat zij ten laste van de in het raadsbesluit onder
4.a. genoemde rekening kunnen worden gebracht;
c) de op de onder b bedoelde rekening eventueel te ontvangen ren-
tegelden dienen te worden aangewend voor de restauratie en
daartoe te worden bijgeschreven op de onder b bedoelde reke
ning
2. a) Afhankelijk van de voortgang van de restauratiewerkzaamheden
zal de bevoorschotting in nader overleg plaatsvinden.
3. Na definitieve vaststelling vati de gemeentelijke subsidie dienen
eventueel te veel betaalde voorschotten onverwijld te worden terugbe
taald
4. De definitieve vaststelling van de totale gemeentelijke subsidie zal
op de volgende wijze plaatsvinden:
a) tijdstip:
vaststelling van de subsidie vindt plaats zo spoedig mogelijk
na beëindiging van alle restauratiewerkzaamheden. De werkzaam
heden worden als beëindigd beschouwd na afgifte van een vol
tooiingsverklaring met betrekking tot alle i.n de onderscheiden
lijke fasen begrepen restauratiewerkzaamheden.
In afwijking hiervan vindt subsidievaststelling plaats vóór
voltooiing van de restauratiewerkzaamheden, indien en zo spoe
dig mogelijk nadat burgemeester en wethouders hebben vastge
steld dat, buiten de door de gemeente verleende subsidies en de
eigen bijdragen van de Stichting Grote of Onze Lieve Vrouwe
Kerk, er geen financiële middelen meer resten voor voltooiing
van de restauratiewerkzaamheden;
b) wijze van vaststelling:
de gemeentelijke subsidie wordt definitief vastgesteld op het
verschil tussen de werkelijk gemaakte kosten in alle fasen van
de uitgevoerde restauratiewerkzaamheden enerzijds en het totaal
van de toegekende rijkssubsidie en eigen bijdragen van de
Stichting Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk anderzijds, met dien
verstande dat de gemeentelijke subsidie niet wordt vastgesteld
op een hoger bedrag dan het totaal van de voor alle fasen ver
leende en voorlopig verleende gemeentelijke subsidies.