4
Raadsvoorstel vervolg/ 174
De daadwerkelijke inzet zal periodiek in overleg met de betrokken
raadscommissie worden bepaald.
WERKTIJDEN
Het voorlopige werkgebied, het centrum, functioneert met een ritme:
overdag werkt het, 's avonds recreert het en 's nachts rust het. Met
dit ritme varieert de behoefte aan toezicht. Juist op tijden van veel
activiteit zullen er veel gebruikers/bezoekers van de binnenstad zijn
en komt dus het ordelijk gebruik daarvan onder druk. Op die tijden
zullen stadswachten het hardst nodig zijn. Voorlopig gaat de keuze uit
naar inzet van stadswachten gedurende de winkelopenstellingstijden.
Dus van 10 tot 18 uur en op koopavonden. Echter ook bij evenementen op
zon - en feestdagen zullen stadswachten ingezet kunnen worden. Wijzi
ging van de openstellingstijden van winkels kan tot wijziging van
inzet leiden.
ORGANISATIEVORM
Gegeven het hiervoor uiteengezette doel van een stadswacht Breda, de
taken, de formatie, het werkgebied e.d. is de vraag hoe deze stads
wacht organisatorisch het best vorm gegeven kan worden. Daarmee samen
hangt de vraag naar de wijze van beleidsmatige en beheersmatige
aansturing en controle.
Het streven is gericht op een samenwerkingsvorm tussen ondernemers,
bewoners, politie en gemeente. Enerzijds wordt daarmee erkend dat
uitdrukkelijk vanuit ondernemers en bewoners het initiatief tot
oprichting van stadswachten kwam. Zij zijn als het ware "afne
mers/klanten" van de stadswacht. Anderzijds blijven de politie en de
gemeente als medestander bij het voorzien in de behoefte aan veilig
heid direct belanghebbende. Tot slot blijft de gemeente als finan-
cieerder direct betrokken bij de stadswacht organisatie. Er is momen
teel geen samenwerkingsvorm tussen deze vier partijen (ondernemers,
bewoners, politie, gemeente) waar de stadswacht bij kan worden onder
gebracht. Dit noodzaakt tot het creëren van een nieuwe instantie. De
stichtingsvorm lijkt daarvoor de meest aangewezene.
Verder speelt een rol dat hoewel toezicht een overheidstaak lijkt, het
creëren van een toezichtsfunctie binnen de overheid met toepassing van
de Melkert-1 regeling tot allerlei, met name financiële, nadelige
consequenties zou leiden.
NB: Stadswachtfuncties binnen de gemeentelijke organisatie of in een
overheidsstichting (een stichting waarin de gemeente beleidsmatig via
bestuurlijke/statutaire banden overwegende invloed heeft) zou tot
gevolg hebben, dat op de stadswachten de Ambtenarenwet en de ambtelij
ke rechtspositieregelingen van toepassing zijn. Het is niet uitgeslo
ten dat dit tot gevolg zou hebben, dat de regels van inschaling,
functiewaardering, en onregelmatig werk tot salarissen leiden van meer
dan 120% van het wettelijk minimum. Dat is in strijd met de bedoeling
en letter van de Melkert-1 regeling. Deze is immers gericht op het
creëren van eenvoudig werk. Daarmee zou de financiële rijksbijdrage