Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1996/181
Registratienummer 967002340
Dienst/afdeling RME-JZ
Aantal bijlagen
Betreft: Het voeren van een artikel 19 WRO-procedure ten behoeve van
de bouw van een tunnel ter plaatse van de Moerdijkse Postbaan en de
rijksweg 58 ten behoeve van Rijkswaterstaat, Noord-Brabant.
Inleiding
Op 9 juli 1996 is bij ons ingekomen een aanvraag om bouwvergunning van
Rijkswaterstaat, direktie Noord-Brabant voor de bouw van een tunnel
ter plaatse van de Moerdijkse Postbaan en de rijksweg 58*.
De percelen zijn gelegen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied 1973
en hebben daarin de bestemming "Natuurgebied" en "Verkeersdoeleinden"
Het bouwplan is, voorzover het betreft de bestemming "natuurgebied"
niet in overeenstemming met de voorschriften van het geldende bestem
mingsplan.
Uw raad heeft op 27 juni 1996 een voorbereidingsbesluit* voor de
hiervoor genoemde locatie genomen. Er is nog geen nieuw bestemmings
plan vastgesteld.
Voorstel
Te besluiten om ten behoeve van het op 9 juli 1996 ingekomen verzoek
om bouwvergunning van Rijkswaterstaat, direktie Noord-Brabant voor de
bouw van een tunnel ter plaatse van de Moerdijkse Postbaan en rijksweg
58 de procedure artikel 19a WRO te voeren.
Motivering/Toelichting
Artikel 18 lid 2 Besluit op de Ruimtelijke Ordening (BRO) juncto
artikel 46 lid 3 Woningwet bepaalt dat elk verzoek om een bouw- of
aanlegvergunning, dat slechts kan worden ingewilligd na verlening van
vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 tot en met 19 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening (WRO), mede aangemerkt wordt een vrijstel-
lingsverzoek in te houden.
Het verzoek om bouwvergunning van de hierbovengenoemde aanvrager moet
dus tevens beschouwd worden als een verzoek om vrijstelling ex artikel
19 WRO.
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 3 WRO heeft uw raad de
bevoegdheid de beslissing omtrent het verlenen van vrijstelling aan
zich te houden. Het bouwplan heeft daartoe voor u ter visie gelegen.
Naar aanleiding van deze tervisielegging heeft meer dan 1/5 van het
aantal leden van uw raad te kennen gegeven dat zij wensen dat de raad
beslist over het onderhavige verzoek om vrijstelling.
>w