Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1996/188
Registratienummer 967002354
Dienst/afdeling RME/GEP
Aantal bijlagen -
Betreft: Wijziging intentie-overeenkomst met de ontwikkelingscombina
tie Chassé c.v. (Proper Stok/Wilma) betreffende de ontwikkeling van
het Chasséterrein
Inleiding
In uw vergadering van 2 5 april 1996 besloot u een intentie-overeen
komst aan te gaan met de ontwikkelingscombinatie Chassé c.v. In die
overeenkomst is bepaald dat Chassé c.v. vóór 1 augustus 1996 de
voorlopige ontwerpen dient te leveren voor het Chasséterrein. In een
brief van 19 augustus 1996 heeft Chassé c.v. ons college echter bekend
gemaakt niet op genoemd tijdstip aan haar plicht te kunnen voldoen,
omdat de stedebouwkundige en architectonische ontwerpen nog niet
geheel gereed zijn. Om maximale kwaliteit te kunnen leveren van de
ontwerpen, verzocht Chassé c.v. in de gelegenheid te worden gesteld de
ontwerpen voor 1 oktober 1996 in te dienen. Omdat ons college een
zorgvuldige en gewogen uitwerking van de ontwikkelingsvisie van
eminent belang acht, stellen wij voor de uiterste datum van indiening
van de voorlopige ontwerpen te verschuiven naar 1 oktober 1996.
Voorstel
Te besluiten de intentie-overeenkomst met de ontwikkelingscombinatie
Chassé c.v. te wijzigen voor wat betreft de datum van indiening van de
voorlopige ontwerpen van 1 augustus 1996 in 1 oktober 1996.
Motivering/Toelichting
Zoals in de inleiding reeds werd aangegeven besloot uw raad in zijn
vergadering van 25 april 1996 een intentie-overeenkomst aan te gaan
met de ontwikkelingscombinatie Chassé c.v. In die overeenkomst is
bepaald dat Chassé c.v. vóór 1 augustus 1996 de voorlopige ontwerpen
dient te leveren voor het Chasséterrein.
De in de intentie-overeenkomst opgenomen datum van 1 augustus 1996 was
erop gericht de voorlopige ontwerpen te presenteren in september, om
vervolgens besluitvorming te laten plaatsvinden in de raad van oktober
1996. Die ontwerpen moeten een antwoord geven een aantal vraagstellin
gen welke in de consultatieperiode en de raadsbehandeling aan de orde
zijn gesteld, zoals o.a. de uitwerking van de architectuur en de
openbare ruimte, de inbedding van de openbare parkeergarage, de
vormgeving van de relatie met het van Coothplein in samenhang met PARA
en het Museum, de verkeerskundige relaties met de binnenstad, etc.
Deze uitwerkingen zijn nodig om tot een zorgvuldige weging te komen
van de totaalkwaliteit van deze ontwikkeling.