2 Raadsvoorstel vervolg/188 In een brief van 19 augustus 1996 heeft Chassé c.v. ons college echter bekend gemaakt niet op genoemd tijdstip aan haar plicht te kunnen voldoen, omdat de stedebouwkundige en architectonische ontwerpen nog niet geheel gereed zijn als gevolg van het niet beschikbaar zijn van alle gekozen architecten. Nu de ontwikkelingscombinatie er niet in slaagt tijdig de ontwerpen te leveren, kan de planning voor de ontwikkeling van het Chasséterrein niet meer worden gehaald, hetgeen tot gevolg heeft dat uw raad niet meer in zijn huidige samenstelling een definitieve beslissing kan nemen over de onderhavige ontwikkeling. Ons college acht een zorgvuldige en gewogen uitwerking van de ontwik kelingsvisie van eminent belang. Kwaliteit is nog immer het centrale begrip bij de ontwikkeling van het Chasséterrein. De door de ontwikke laar aangegeven oorzaken van de vertraging zijn ons inziens in die zin legitiem. Zorgvuldig geselecteerde architecten zijn vlak voor de zomer aangezocht om een voorlopig ontwerp te maken voor een aantal complexe opgaven. Een aantal heeft wel tijd kunnen vrijmaken om tot een geba lanceerd ontwerp te komen, een aantal anderen hebben te kennen gegeven meer tijd nodig te hebben voor een kwalitatieve uitwerking, in overleg met de supervisor. De landschapsarchitect is voor een belangrijk deel van zijn opgave afhankelijk van het werk van de architecten. Daarnaast wordt in samenwerking met de gemeentelijke kerngroep en het parkeerbedrijf momenteel koortsachtig gewerkt aan een uitwerking van de openbare parkeergarage. Hierover is in het voortraject al veel gezegd. Kwalitatieve oplossingen zijn inmiddels in beeld, maar dienen getoetst te worden op de financiële randvoorwaarden en de programmati sche uitgangspunten. Met name de uitvoeringsaspecten blijken in de uitwerking een belangrijke rol te spelen bij de definitieve weging. Tijdens de uitwerking door de verschillende architecten zijn nieuwe kwaliteitsafwegingen naar voren gekomen, welke op hun waarde moeten worden onderzocht. Zo is vanuit de ontwikkelaar en O.M.A. voorgesteld om het parkeren t.b.v. de stadskantoren ondergronds te brengen ter versterking van de campus e.g. het park. Deze suggestie wordt nu se rieus onderzocht in overleg met de Stichting Stadskantoren en de Bestuursdienst. Dit neemt enige tijd in beslag. Duidelijk is dat kwaliteitsverbetering het motief is voor de inmiddels opgelopen vertraging, en niet een gebrek aan inzet van een van de betrokken partijen. Daarom is ons college van mening dat de ontwik kelaar en de ontwerpers de gevraagde tijd gegund moet worden. Een bijkomend voordeel van dit uitstel is dat een aantal projecten in de "rand" in een verder uitgewerkte vorm in het plan kunnen worden opgenomen (o.a PARA, het Breda's Museum en mogelijk ook het Klooster). Op grond van het vorenstaande stellen wij u voor het gevraagde uitstel tot 1 oktober 1996 te verlenen en te besluiten de intentie-overeen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1140