4
Raadsvoorstel vervolg/ 199
- Schaalvergroting en samenwerking.
De externe analyse zal worden afgesloten met een, op de gemeente
toegesneden, rapportage aangaande de kansen en bedreigingen die op de
gemeente afkomen, en waarop een adequate reactie gewenst is.
In deze fase kan het nodig zijn om op hoofdlijnen strategische beslis
singen te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan keuzes als; minimale
kosten of maximale dienstverlening, verder toetreden op de markt of
beperking tot wettelijke taken (zorgplicht.), vernieuwing in beleid en
uitvoering of niet?
Deze keuzes op hoofdlijnen zullen worden voorbereid door de project
groep en aan het college van Burgemeester en Wethouders worden voorge
legd. Na vaststelling door het college worden de keuzes ter kennisge
ving in de Commissie Stadsbeheer, Grondbedrijf en Milieu gebracht.
Stap 3. Beoordelen van de bestaande organisatie op sterkten en
zwakten
In deze stap zal de kwaliteit en doelmatigheid van de huidige afvalin
zameling worden beoordeeld. Het kernproces, de inzameling van afval
stoffen, zal worden beoordeeld met behulp van een normenmodel, ontwik
keld om een kwantitatief objectief oordeel te kunnen geven over kern
processen bij inzamelbedri jven. Tevens zal er in deze fase gebruik
worden gemaakt van benchmarking om de secundaire en ondersteunende
processen (zoals beleidsadvisering en onderhoud van het voertuigen
park) op kwaliteit en doelmatigheid te beoordelen. Benchmarking is het
vergelijken van maatstaven en normen met naar de aard van hun activi
teiten vergelijkbare organisaties.
KPMG speelt in deze fase een belangrijke rol, vanwege hun grote kennis
en expertise op het gebied van afval, waardoor vergelijking met
processen bij andere organisaties mogelijk wordt.
Het resultaat van deze fase is een rapport over de kwaliteit en
doelmatigheid van de afdeling Afvalstoffen als inzameldienst, gespe
cificeerd in de sterkten en zwakten van de organisatie.
Stap 4. Strategische positionering: toekomstperspectief.
De 'kansen en bedreiging' en de 'sterkten en zwakten' voortkomend uit
voorgaande stappen worden nu met elkaar geconfronteerd. Deze confron
tatie leidt tot de vraag: op welk toekomstperspectief zou de gemeente-
lijek afvalstoffeninzameling zich moeten richten? en welk streefbeeld
wordt voor de afdeling Afvalstoffen wordt geschetst?
Op grond van de positioneringsdiscussie wordt de visie voor de toekom
stige afvalstoffeninzameling geconcretiseerd. Deze visie wordt ver
taald in kwantitatieve doelen voor de komende jaren en deze doelen
dienen als richtlijn voor de vervolgstappen.
De keuze voor de toekomstige positionering zal worden voorbereid door