2 Raadsvoorstel vervolg/ 203 We hebben in 1995 niet kunnen waarmaken die 100 controles in het kader van die nieuwe benadering mee te nemen. Dit vindt zijn oorzaak in de teruggelopen handhavingscapaciteitin het feit dat 80% meer klachten zijn afgehandeld dan begroot, een te late start van het vernieuwings- traject en het afhandelen van meer meldingen dan begroot. Deze oorza ken hebben deels een eenmalig en deels een structureel karakter. Door alle zeilen bij te zetten hebben we het rekenkundig tekort kunnen beperken tot ongeveer 100 controles. Volgens het Milieuverslag 1995 zitten we in de handhaving 6% onder het adequate nivo. In werkelijk heid is dat eigenlijk 22%. De beschikbare capaciteit is gewoonweg niet voldoende om 100% te halen. De regionaal milieu-inspecteur houdt bij de beoordeling van het Milieuverslag geen rekening met deze capaciteitsproblematiekDe rijksbijdrage wordt gegeven voor de uitvoering van een aantal taken. Worden die taken niet adequaat uitgevoerd dan is de rijksbijdrage kennelijk niet besteed aan de uitvoering van die taken. Dus wordt de rijksbijdrage teruggevorderd. De inspecteur benadert de problematiek puur kwantitatief en rekenkundig. Wat in dit geval betekent dat in 1996 100 controles moeten worden ingehaald. Doen we dat niet dan moeten we rekening houden met een tenminste gedeeltelijke terugvorde ring van de rijksbijdrage over 1995 en wordt het probleem voor de gemeente in financiële zin "verdubbeld" door het derven van rijksin komsten Wij hebben de VOGM-uitkering over 1995 veiliggesteld door uit te spreken dat de achterstand over 1995 alsnog zal worden weggewerkt. Dit vergt in 1996 een eenmalige inspanning van 100.000,--. Wij stellen u voor deze te dekken met een beroep op de post onvoorzien. Onder gelijkblijvende omstandigheden moet worden verwacht dat het probleem, dat nu voor 1995 moet worden opgelost, zich ook voordoet in 1996 en 1997. Voor 1996 bevat de begroting evenmin de middelen om de vereiste 800 controles uit te voeren. Dat geldt ook voor 1997 wanneer de structurele korting op het handhavingsbudget blijft gehandhaafd. De vraag is echter in hoeverre sprake is van gelijkblijvende omstandighe den. Het streven is de klachtenbehandeling aanzienlijk terug te dringen door een betere doorverwijzing naar en intake door de dienst Stadsbeheer. Het is echter nu zaak beter zicht te krijgen op de vraag of binnen de huidige begroting in de structureel minimaal noodzakelij ke handhavingscapaciteit kan worden voorzien. Daarvoor is nodig het bedrijvenbestand, dat als gevolg van de herindeling zal toenemen, door te lichten, de controlefrequentie met bijbehorende kentallen te herijken en de effecten van de nieuwe benaderingswijze te analyseren. Hierop komen wij separaat terug. Consequenties Financieel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1207