3
Raadsvoorstel vervolg/ 204
prioriteit gekregen: energie, verkeer en vervoer, landschap en natuur,
water, afval en secundaire grondstoffen. De thema's zijn in werkbij
eenkomsten met vertegenwoordigers van betrokken diensten en externe
partners uitgewerkt. Per thema is in het kort het landelijk beleid
aangegeven. Met inachtneming van dit beleid en de voornemens van en
mogelijkheden bij de betrokken partijen zijn lange termijn doelstel
lingen en concrete actiepunten voor de planperiode geformuleerd. De
lange termijndoelstellingen zijn richtinggevend van aard. De actiepun
ten zijn zo concreet en meetbaar mogelijk geformuleerd. Een aantal
actiepunten is niet geheel nieuw, maar borduren voort op de behaalde
resultaten. De geformuleerde doelstellingen en actiepunten sluiten aan
op reeds vastgestelde deelmilieunota's als het rioolbeheersplan, het
Structuurschema Verkeer en Vervoer, etcetera. Bij ieder thema wordt
aangegeven met welke partners wordt samengewerkt
De hierboven genoemde thema's zijn vertaald in de richting van doel
groepen en gebieden. Alleen een thematisch beleid biedt onvoldoende
waarborgen voor het bereiken van de gewenste milieukwaliteit. In het
hoofdstuk doelgroepenbeleid wordt aangegeven welke bijdrage van de
doelgroepen wordt verwacht in het realiseren van de doelstellingen. De
eigen verantwoordelijkheid en de mogelijkheden die doelgroepen hebben
om het milieubeleid uit te voeren, staan centraal. De integrale aanpak
van de milieuproblemen per doelgroep wordt aangeduid met milieuzorg
Dit omvat alle inspanningen van een doelgroep die zijn gericht op het
verkrijgen van inzicht in, en op het beheersen van de effecten van het
eigen handelen op het milieu. Dit plan onderscheidt de volgende
doelgroepen: gemeentelijk bedrijf, bedrijven (bedrijvenorganissaties
industrie, dienstverlenende sector, landbouw, detailhandel en bouw)
onderwijs en burgers. Het gemeentelijk bedrijf is een "bijzondere"
doelgroep vanwege de voorbeeldfunctie in de richting van de andere
doelgroepen. Uit de evaluatie van het GMP-1 blijkt dat de voorbeeld
functie deze planperiode meer vorm en inhoud moet krijgen.
In het hoofdstuk gebiedenbeleid wordt ingegaan op het unieke, maar ook
kwetsbare gebied in Breda en omgeving. Geografisch gezien ligt Breda
op de overgang van het Brabantse zandlandschap naar het Hollandse
klei- en veenlandschapDe stad wordt doorsneden door het beekstelsel
en groene aders die onderdeel uitmaken van de ecologische hoofdstruc
tuur. De kwaliteit van dit natuurlijk basissysteem en de kwaliteit van
de woon- en leefomgeving spelen in dit plan een belangrijke rol.
Duurzaamheid en leefbaarheid van wijken en buurten in de stad, de
buitenruimte en het buitengebied. Ten aanzien van de woningbouw
(VTNEX-locaties)infrastructuur en herinrichting staan Breda ingrij
pende beslissingen te wachten. Dit wordt nog geaccentueerd door de
gemeentelijke herindeling, waardoor de schaal van de stad en het
accent op de buitengebieden wordt vergroot. Omdat milieuproblemen per
gebied kunnen verschillen is maatwerk per gebied noodzakelijk. De
integratie van milieu met andere beleidsvelden (ruimtelijke ordening,
landbouw, economische zaken etc) is ook hier een belangrijk aandachts-