4 Raadsvoorstel vervolg/204 punt. Het gebiedsgericht milieubeleid onderscheidt gebieden met een bepaalde functie. In Breda wordt onderscheid gemaakt in: landelijk gebied, stedelijke gebied, bedrijventerreinen en ontwikkelingsloca ties. Per gebied is een strategiepunt geformuleerd en zijn actiepunten genoemd Het GMP-2 wordt afgesloten met een hoofdstuk over planuitvoerincr waarborgen en middelen. Het Milieubeleidsplan heeft niet alleen tot doel het gemeentelijk milieubeleid in zijn samenhang te presenteren, het moet vooral ook leiden tot continuering en doelgerichte actie. De uitvoering van dit plan vereist een mix van instrumenten. Het Milieu beleidsplan is bindend voor de gemeenteVoor de doelgroepen vloeien uit dit plan niet rechtstreeks verplichtingen voort. De uitvoering van dit plan wordt jaarlijks geprogrammeerd in het milieuprogramma. De evaluatie van de uitvoering vindt ook jaarlijks plaats via het milieuverslag. Consequenties FINANCIEEL Voor de uitvoering van dit plan is de inzet van financiële middelen vereist. Planuitvoering vergt echter niet uitsluitend extra middelen. Door bestaande - ook financiële middelen - op een andere wijze in te zetten kan al veel worden bereikt. Juist veel kan worden gewonnen door een andere zienswijze en door een andere organisatie van beleids- en werkprocessen. Rode draad daarbij is de samenhang. In beleidsprocessen moet, meer dan tot nu toe, van begin af aan bij verdere ontwikkeling rekening gehouden worden met de consequenties voor milieu. Milieuren dement wordt niet bereikt door correcties in de marge. Het gaat erom de juiste prioriteiten te stellen op het juiste moment. Zoals eerder gesteld tracht het Milieubeleidsplan een intensivering van de uitvoering te bewerkstelligen. Dit betekent onder andere dat het vigerende beleid en de dekking ervan wordt gecontinueerd. Verder wordt nadrukkelijker meegelift met zaken die al plaatsvinden en financieringsmogelijkheden door andere overheden en instanties. De intensivering van de uitvoering wordt vooral vorm gegeven door een viertal zaken: 1. Een hogere prioriteit voor maatregelen voor langzaam verkeer, met name het (versneld) complementeren van het fietspadennet en het aanbod van voorzieningen, zoals opgenomen in de nota langzaam verkeer. Gedacht wordt aan een substantiële jaarlijkse verhoging van de inves teringen ten behoeve van de realisatie van deze voorzieningen en de verbetering van het mobiliteitsprofiel van bestaande voorzieningen. 2. Energie besparende maatregelen in gemeentelijke gebouwen in het kader van bedrijfsinterne milieuzorg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1214