14
Raadsbesluit vervolg/ 209
2. Het flankerend beleid is gericht op
- het bevorderen van de interne mobiliteit (meewerken aan de
plaatsing bij de nieuwe gemeente in een geschikte functie)
- het bevorderen van het natuurlijk verloop;
- het bevorderen van de externe mobiliteit.
3Om ruimte te scheppen op de interne arbeidsmarkt is het nood
zakelijk dat de maatregelen in het kader van flankerend beleid met
onmiddellijke ingang kunnen worden toegepast.
4. Flankerend beleid is van toepassing op medewerkers aan wie geen
passende functie kan worden aangeboden en waarvoor evenmin een
geschikte functie is gevonden.
Het bepaalde in de artikelen 17 tot en met 19 heeft een werkings
duur gelijk aan de werkingsduur van dit sociaal statuut.
ARTIKEL 18
OM-, HER- OF BIJSCHOLING
1. de ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld een studie, waarvoor
krachtens hoofdstuk 17 van de CAR/(B)UWO een vergoeding en/of
faciliteiten zijn toegekend af te ronden. Op betrokkene rust geen
terugbetalingsplicht indien hij de studie staakt, omdat het gezien
de veranderende aard van de werkzaamheden geen zin heeft de studie
voort te zetten of omdat de ambtenaar een andere studie gaat
volgen, die van belang is voor zijn nieuwe functie.
2. Indien dit voor het vervullen van de nieuwe functie, naar het
oordeel van het bevoegd gezag nodig is, zal de ambtenaar in de
gelegenheid worden gesteld tot her-, om- of bijscholing op kosten
van de werkgever. Dit kan op verzoek van de ambtenaar of op
initiatief van het bevoegd gezag.
De ambtenaar kan daartoe ook worden verplicht. Met name die
ambtenaren zullen voor om-, her- of bijscholing in aanmerking
komen, die vanuit hun oorspronkelijke functie in een lager gewaar
deerde functie zijn ingepast en waarvoor deze scholing een grotere
kans kan bieden op een functie met een aan hun oorspronkelijke
functie gelijkwaardig functieniveau.
ARTIKEL 19
BIJZONDER ZORG OUDERE MEDEWERKERS
1. Medewerkers, die op 1 januari 1997 50 jaar of ouder zijn, kunnen
niet tot scholingsactiviteiten worden verplicht.