15 Raadsbesluit vervolg/ 209 2. Medewerkers, die op 1 januari 1997 55 jaar of ouder zijn, kunnen niet worden verplicht tot outplacement en/of detachering. 3. Medewerkers, die op 1 januari 1997 55 jaar of ouder zijn en waarvoor op 1 juli 1997 geen passende of geschikte functie gevon den is, kunnen een verzoek indienen om (vrijwillig) gebruik maken van een non-activiteitsregeling (en blijven op afroep beschik baar) Voorwaarde voor toekenning van de regeling is dat het bevoegd gezag van oordeel is dat er geen reële plaatsingsmogelijkheden te verwachten zijn, danwel dat er sprake is van bijzondere omstan digheden waardoor een succesvolle plaatsing in de nieuwe organisatie niet verwacht kan worden. De regeling wordt toegepast onder voorwaarde dat betrokkene gebruik maakt van de eerstkomende mogelijkheid voor VUT danwel FPU (met 61 jaar of op basis van 40 dienstjaren) Tot dat moment wordt de bezoldiging van betrokkene 100% door betaald. 4. Het bevoegd gezag kan tevens besluiten de in het vorige lid genoemde regeling toe te passen voor medewerkers, voor wie op 1 juli 1999 geen passende of geschikte functie is gevonden en die op die datum 55 jaar of ouder zijn. 5. In bijzondere gevallen waarin dit statuut niet voorziet kan het bevoegd gezag voor medewerkers, die op de implementatiedatum 55 jaar en ouder zijn in het kader van flankerend beleid een in dividuele regeling treffen en in positieve zin afwijken van het gestelde in dit statuut ARTIKEL 20 BIJZONDERE FACILITEITEN 1. Op verzoek wordt bijstand verleend om het solliciteren elders te vergemakkelijken. Dit kan onder meer door: a. voor sollicitaties buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging te verlenen. b. de reiskosten bij sollicitaties te vergoeden op basis van de gemeentelijke regeling, indien en voor zover de mogelijk nieuwe werkgever geen vergoeding geeft c. op verzoek van de herplaatsingskandidaat de mini male opzegtermijn bij ontslag van 1 maand te hanteren d. indien voldoende aannemelijk kan worden gemaakt, dat omscholing reële vooruitzichten biedt op een functie buiten de gemeentelijke organisatie,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1256