m
bijlage bij nr. 209
bijlage 1 bij 966502495
NOTITIE HERSCHIKKING
Herschikking
1Uitgangspunt van een herschikkingsbeleid (op de noodzaak daarvan wordt hier niet meer
ingegaan) blijft een prioriteitenstelling van de te verrichten taken. Aangegeven zal moeten
worden, in laatste instantie door de raad, welke taken moeten worden uitgevoerd, respectie
velijk in mindere mate uitgevoerd of moeten komen te vervallen, met de daaraan verbonden
personele consequenties.
2. Vergelijking van de huidige organisatie/bezetting met de toekomstige organisatie/bezet
ting kan dan leiden tot een "overzicht toekomstige personele bezetting", waaruit blijkt:
a. wie er dreigt overcompleet te worden;
b. welke vacatures gaan ontstaan en wanneer;
c. welke vacatures vervuld dienen te worden.
3. Volgorde bij herschikking
Bij de beantwoording van de vraag wie er overcompleet worden en dus in principe voor
herschikking in aanmerking komen, kunnen zich twee gevallen voordoen:
- de betreffende functie vervalt: de ambtenaar die het belieft is dan bekend;
- uit een groep ambtenaren met gelijksoortige functies moet een gedeelte herschikt worden.
In dit laatste geval gaan vrijwilligers voor.
Is dit niet voldoende, dan zullen de kandidaten aangewezen moeten worden.
Hiervoor wordt de volgende gedachtengang gevolgd, welke is ontleend aan artikel H 7
A.A.R., welk artikel inhoudt dat indien ingevolge verandering in de richting van een of
meer dienstonderdelen, of wegens verminderde behoefte aan arbeidskrachten tot ontslag
moet worden overgegaan, de ambtenaren voor ontslag in aanmerking komen op grond van
de volgende rangorde:
a. zij die dit wensen, waarbij ouderen gaan voor jongeren;
b. zij die 35 of meer overheidsdienstjaren hebben, waarbij ouderen gaan voor jongeren
(deze ambtenaren zijn minstens 50 jaar oud en verkrijgen wachtgeld tot hun 65e jaar);
c. zij die de leeftijd van 35 jaar nog niet hebben overschreden, te beginnen met hen die het
geringste aantal overheidsdienstjaren hebben;
d. zij die de leeftijd van 35 jaar wel hebben overschreden, te beginnen met hen die het
geringste aantal overheidsdienstjaren hebben.
Voor gedwongen ontslag komen dus als eerste in aanmerking degenen die dat wensen
(groep a) en degenen die tot hun 65e wachtgeld krijgen (groep b).
Deze ambtenaren worden - als tot gedwongen ontslagen moet worden overgegaan - het
minst gedupeerd.
Daarom dient het herschikkingsbeleid te beginnen met de categorie, bedoeld onder c en
vervolgens d.
Degenen, die jonger zijn dan 35 jaar, komen daardoor als eerste in aanmerking voor her
schikking. De kans van slagen is gezien hun leeftijd wellicht ook het grootst. Deze methode
is zowel bruikbaar in de situatie dat binnen een aantal gelijksoortige functies er een of meer
moeten vervallen, als voor de vraag in welke volgorde de herschikking voor het totaal dient
te worden aangepakt. De volgorde bij herschikking van enkelen uit een groep is derhalve:
1. vrijwilligers;