2
21
Raadsvoorstel vervolg/
II Reserves en de nieuwe budgetmethodiek
Binnen de in ontwikkeling zijnde Bredase budgetmethodiek wordt uitge
gaan van produkten en bedrijfsvoering. Hierbij is uitgangspunt dat de
bedrijfsvoering, binnen een aantal randvoorwaarden, in hoofdzaak een
aangelegenheid is van het dienstmanagementOm de toepassing hiervan
mogelijk te maken, is bij de Kadernota 1996 besloten Dienst-Bedrijfs-
Reserves (BDR) te vormen.
Binnen het totaal van de bestaande (op te heffen) BER's vindt vorming
van de nieuwe BDR's per dienst plaats. Om een start te maken hebben
wij gekozen voor een voeding op basis van 2 van (een globale in
schatting van) de indirecte kosten vlgs. begroting 1995.
Aan deze dienst reserve wordt geen rente toegevoegd. Ten aanzien van
de regelgeving rond de Dienst-Bedrijfs-Reserves wordt verwezen naar de
hierboven genoemde nota reserves en voorzieningen.
III Reserves en voorzieningen en het meerjaren investeringsplan
De eerder uitgevoerde screening van reserves en voorzieningen heeft
o.a. tot doel gehad de beschikbare bestedingsruimte te herschikken om
te kunnen komen tot een betere integrale afweging van de inzet van
middelen, o.a. voor investeringen.
Om het overzicht van de beschikbare middelen voor investeringen zo
duidelijk en centraal mogelijk vast te leggen wordt voorgesteld de
volgende reserves te vormen:
- "Reserve meerjaren investeringsplan".
Hierin worden gelden verzameld welke voor de komende jaren voor de
realisering van investeringsprojecten beschikbaar zijn. Omdat dit
algemene middelen behelst wordt aan deze reserve omslagrente toege
voegd.
- "reserve investeringsplan 199?".
Jaarlijks bij vaststelling van het investeringsplan (een schijf uit
het meerjarenplan) worden de voor dat betreffende jaar beschikbare
middelen in een afzonderlijke investeringsreserve ondergebracht. Aan
deze reserve wordt het inflatiecorrectie rentepercentage toegevoegd.
Na uitvoering van de bij de jaarschijf (c.q. jaarreserve) behorende
projecten wordt de reserve opgeheven. Eventueel resterende middelen
vloeien terug naar de reserve meerjaren investeringsplan.
IV Heroverweging van reserves tegen de achtergrond van het geformu
leerde reservebeleid
Een van de uitgangspunten van het reservebeleid is dat voorkomen moet
worden dat teveel afzonderlijke reserves worden gevormd. Dit tegen de
achtergrond dat integraal middeleninzet uitgangspunt is.
De na de screeningsoperatie (Kadernota 1996) nog resterende reserves
zijn hierop getoetst. Tegen de achtergrond van het geformuleerde
reservebeleid zouden alsnog een aantal reserves en voorzieningen voor
opheffing in aanmerking. Ons college heeft hierover reeds een princi
pe besluit genomen. De definitieve afwikkeling zal bij de jaarrekening
1995 plaatsvinden en aan uw Raad worden voorgesteld.