2
Raadsvoorstel vervolg/ 227
Abusievelijk is er in de voorschriften geen zogenaamd procedureartikel
opgenomen. Daaraan is alsnog tegemoetgekomen door een nieuw artikel 15
in te voegen.
Voor het overige zijn kleine fouten van ondergeschikte betekenis
aangepast
Er zijn schriftelijke zienswijzen ingediend door:
1. De Kamer van Koophandel, d.d. 8 juli 1996, ingekomen 9 juli 1996.
2. N.V. Nederlandse Gasunie, d.d. 5 juli 1996, ingekomen 8 juli 1996.
3. Asselbergs Nachenius B.V. d.d. 5 juli 1996, ingekomen 8 juli
1996.
4. C. Klavers-Jansen B.V. d.d. 28 juni 1996, ingekomen 2 juli 1996.
5. F. Willemse, Speelhuislaan 117 4815 CD Breda d.d. 30 juni 1996,
binnengekomen 2 juli 1996.
6. J.E.M. Polak namens Decodamum B.V. d.d. 3 juli 1996, ingekomen d.d.
5 juli 1996.
De ingediende overlegreactie en ingediende zienswijzen worden hierna
samengevat weergegeven. Dit betekent niet dat onderdelen die niet
expliciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. Alles
is in zijn geheel beoordeeld.
Overlegreactie van de Rijksconsulent voor Economische Zaken
De consulent stelt dat het wegbestemmen van detailhandel tot actief
beleid moet voeren, verder wordt gewezen op de relatie met het Grote
Stedenbeleid voor 1997/1998.
Beoordeling
De aanwezige detailhandel betreft hier slechts 1 meubelzaak. Met dit
bedrijf is in het verleden meermalen overleg gevoerd over een mogelij
ke vestiging op de meubelboulevard, echter hier was geen interesse
voor. Middels het overgangsrecht is het voor het betrokken bedrijf
mogelijk de huidige bedrijfsvoering te continueren. Tevens is nog een,
zij het slechts geringe, uitbreiding mogelijk. Overigens heeft het
betrokken bedrijf nooit blijk gegeven problemen te hebben met het
nieuwe bestemmingsplan.
Het Grote Stedenbeleid bevindt zich nog in een voorfase. Er is ook nog
geen budget voor aanwezig. Daar het geheel nog moet worden opgestart
lijkt het prematuur er nu al melding van te maken, echter als het
wordt opgestart zal uiteraard rekening met het bestemmingsplan worden
gehouden.