Gemeente Breda pagina - 4 - Minimum bedrijfsreserve: 0,5 van de indirecte kosten; Onttrekking c.q. toevoeging ter verrekening van het reke ningsresultaat is pas toegestaan na dienstrekeningsana- lyse, via een voorstel tot resultaatbestemming aan B&W en vaststelling van de jaarrekening door de Raad; Geen planmatige aanwending vanuit de DBR's; alleen inci dentele aanwendingen uit de DBR voor bedrijfsvoering is toegestaan; Positieve ontwikkeling van het saldo tot het maximum blijft beschikbaar voor de dienst; boven het maximum worden geen blokkeringen/reserveringen voor nog te plegen uitgaven toegestaan; Bij een dreigende negatieve stand dient de dienst maatre gelen te treffen; De algemeen directeur van de dienst is bevoegd te beslui ten tot inzet van gedeelten van de bedrijfsreserve; over de inzet dient via de managementrapportages en de jaarre kening aan het bestuur te worden gerapporteerd. 1.6 FINANCIËLE PRODUKTRESULTATEN Komen resultaten van de bedrijfsvoering voor rekening van de dienst; de financiële resultaten op de produkten komen in principe voor rekening van de algemene middelen. Het kan wenselijk of noodzakelijk zijn voor egalisatie van financiële resultaten op produkten reserves aan te houden. Een voorbeeld hiervan is het produkt afvalverwerking, waarvan de kosten en opbrengsten over verschillende jaren kunnen variëren. Zo'n reserve wordt een produkt-reserve genoemd. Onderscheiden worden produktreserves gericht op tarief/opbreng stegalisatie (bijv. afvalstoffenheffing) en produktreserves gericht op kostenegalisatie (bijv. W.V.G.) Ook voor deze reserves gelden afspraken De produktreserve maakt deel uit van het vermogen van de dienst en wordt op de balans van de dienst opgevoerd; De noodzaak tot instelling van produktreserves wordt van geval tot geval bekeken. Uitgangspunt is dat met de in stelling terughoudend wordt omgegaan, omdat het aanhouden van produktreserves feitelijk inbreuk maakt op flexibili teit van begroting en jaarrekening; Voor de omvang van de produktreserve geldt een minimum en een maximum dat jaarlijks wordt geïndexeerd; daling onder het minimum moet worden opgevangen met maatregelen; over schrijding boven het maximum leidt tot neerwaartse bij stelling van het tarief dat voor het produkt bij derden in rekening wordt gebracht ingeval van een tarief/opbrengst egalisatiereserve, of het meerdere wordt overgeheveld naar de saldi-reserve ingeval van een kostenegalisatiereserve Verrekeningen met de produktreserve vinden niet eerder plaats dan na dienstrekeningsanalyse, via een voorstel tot resultaatbestemming aan B&W en vaststelling van de jaar rekening door de Raad. Directie Financiën/12-12-95

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 140