6 Raadsvoorstel vervolg/ 25 artikel 6 Chassé Theater dient met ingang van 1997 een vierjaarlijks artistiek plan op te stellen. De periode waarvoor dat plan geldt valt samen met de periode waarvoor het Rijkskunstenplan geldt. Een dergelijke samen loop is gewenst, omdat het Rijkskunstenplan consequenties kan hebben voor de exploitatie van het Chassé Theater en de normen die gemeente aan het artistiek plan stelt. Samenloop van beide periodes heeft dan het voordeel, dat eventuele wijzigingen kunnen worden meegenomen in de besluitvorming over de minimale normen die de gemeenteraad aan het artistiek plan stelt en daarmee in de besluitvorming over de vierjaar lijkse subsidieverlening. De gemeenteraad stelt de minimale normen vast waaraan het artistiek plan van Chassé Theater dient te voldoen. Als bijlage bij de overeen komst is daarom een aantal kwalitatieve normen en kwantitatieve normen opgenomen, die dienen als leidraad bij het opstellen van het artistiek plan door Chassé Theater en als toetsingsmaatstaf voor burgemeester en wethouders. Daarbij wordt uitgegaan van het Rijkskunstenplan voor de desbetreffende periode, de daarop gebaseerde en als gemeentelijk artistiek plan aan te merken Nota Cultuur (inclusief daarin later aangebrachte wijzigingen) en de door de gemeente gewenste A-status van het theater. Tevens komt daarin de maatschappelijke verbondenheid (o.a. ruimte voor lokaal verenigingsleven) van het theater tot uit drukking. De normen gelden (met ingang van 1997) voor vier jaar en kunnen voor een volgende vierjaarlijkse periode zo nodig worden bijge steld door de gemeenteraad (kadernotitie) De toets of het door Chassé Theater opgestelde artistiek plan voldoet aan de normen die de gemeenteraad heeft gesteld wordt in handen van burgemeester en wethouders gelegd. Burgemeester en wethou ders bereiden immers de kadernotitie cultuur voor. Het artistiek plan wordt ter kennis gebracht van de raadscommissie en raad. Omdat de verplichting om een artistiek plan op te stellen pas vanaf 1997 geldt, werd het noodzakelijk een overgangsregeling te treffen voor 1995 en 1996. Het door Chassé Theater opgestelde artistiek plan 1995/1996 is daarbij getoetst aan de in de concept-overeenkomst vervatte normen en daarmee in overeenstemming bevonden, zodat dit plan voor 1995 en 1996 als artistiek plan in de zin van de voorliggende overeenkomst kan worden gehanteerd. artikel 7 Met dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht, dat door Chassé Theater N.V. te verkrijgen sponsorgelden geen reden zijn om de subsi dieplafonds of de jaarlijkse subsidie te verlagen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 149