Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1996/ 250
Registratienummer 967002420
Dienst/afdeling RME/VHV
Aantal bijlagen
Betreft: Aanpassing woonruimteverdelingssysteem aan de bepalingen van
de Huisvestingswet
Inleiding
Het huidige woonruimteverdelingssysteem van Breda valt wat systematiek
betreft onder de zogenaamde distributiesystemen; woningzoekenden staan
in een bestand ingeschreven en op basis van gespaarde punten krijgen
zij een woning toegewezen. Punten worden vastgesteld aan de hand van
een tabel puntentoekenning die door de Raad op 17 december 1992 is
vastgesteld. Deze tabel voldoet niet meer aan de bepalingen van de
Huisvestingswet die per 1 januari 1993 van kracht is geworden en dient
daarom te worden aangepast.
Woningen worden tevens toegewezen aan de hand van de huur/inkomensta
bel die de relatie aangeeft tussen de hoogte van de huur en het
inkomen. De Staatssecretaris van VROM heeft besloten de huurprijs- en
inkomensgrenzen (zie ingekomen brief van VROM) voor de tijdvakken
1995-1996 en 1996-1997 niet aan te passen per 1 juli 1996, aangezien
hiertoe volgens hem geen aanleiding bestaat.
Voorstel
1. Het woonruimteverdelingssysteem aan te passen aan de bepalingen van
de Huisvestingswet en hiertoe de nieuwe tabel puntentoekenning
zoals is voorgesteld in het raadsvoorstel vast te stellen.
2De woningcorporaties en de Stichting Woonruimte Breda in kennis te
stellen van het onder 1 genoemde, door middel van inliggend con
cept
3Kennis te nemen van de brief van de Staatssecretaris van VROM de
dato 9 juli 1996 inzake de huurprijs- en inkomensgrenzen*.
Motivering/Toelichting
In de tot op heden gehanteerde tabel puntentoekenning, zoals die door
de gemeenteraad in 1992 is vastgesteld, wordt onderscheid gemaakt
tussen
- woningzoekenden met een economische of maatschappelijke binding aan
Breda of regio en woningzoekenden zonder binding;
- woningzoekenden uit Breda en woningzoekenden uit de regio alsmede
tussen gebondenen aan Breda en gebondenen aan de regio.
Personen met een economische of maatschappelijke binding krijgen meer
startpunten toegekend dan personen zonder binding. Het gebruik van
deze voorrangsregel heeft tot gevolg dat economisch en maatschappelijk
gebondenen veel korter hoeven wachten op een woning dan personen
zonder binding. Hetzelfde geldt voor het tweede onderscheid dat wordt
gemaakt: woningzoekenden uit Breda alsmede gebondenen aan Breda
krijgen meer startpunten toegekend dan woningzoekenden uit de regio of
gebondenen aan de regio, waardoor de wachttijd voor de eerste groep
aanzienlijk korter is dan voor de tweede groep.
w