2 Raadsvoorstel vervolg/2 6l Een en ander hebben zij neergelegd in de voor u ter inzage gelegde brieven waarnaar kortheidshalve wordt verwezen. Naar aanleiding van de behandeling van de nota c.a. in de commissie vergadering brengen wij het volgende onder uw aandacht. De nota Grondbeleid heeft lange tijd op zich laten wachten, omdat daarin een aantal politiek gevoelige onderwerpen zijn opgenomen, die ons college uitvoerig heeft besproken. De nota is enerzijds beschrij vend van aard om de lezer inzicht te verschaffen in de materie. Anderzijds worden in de nota een aantal zaken behandeld, waarover uw raad dient te beslissen. Ons college staat voor dat uw raad in zijn huidige samenstelling nog over de nota een besluit neemt, zodat de huidige discussie kan worden afgerond. Na de gemeentelijke herindeling kan de nieuw gekozen raad nog altijd besluiten een aantal zaken betreffende het grondbeleid anders of in voorkomend geval alsnog te regelen. Zoals u in de nota lezen kunt, geeft ons college de voorkeur aan een actief grondbeleid dat de gemeente in staat stelt sturend op te treden om de beleidsdoelen te realiseren die wij op het gebied van de ruimte lijke ordening, volkshuisvesting, milieu enz. stellen. Wellicht ten overvloede merken wij op dat het grondbeleid geen doel op zich is, maar een voorwaarde of middel voor een goed ruimtelijk beleid. Het laten prevaleren van een actief grondbeleid betekent geenszins dat passief grondbeleid niet meer aan de orde is. Indien bouwers, project ontwikkelaars, beleggers of corporaties gronden verwerven in uit- of inbreidingslocaties zullen de instrumenten moeten worden ingezet die inherent zijn aan een passief grondbeleid. Om in te kunnen spelen op marktverhoudingen en -ontwikkelingen, uit concurrentie-overwegingen, de wenselijkheid van publiek-private samenwerking enz. moet soepel kunnen worden overgeschakeld van actief naar passief grondbeleid en omgekeerd. Alsdan zal onze gemeente er in slagen de gewenste doelstel lingen op een efficiente wijze te realiseren. Voorts zij vermeld dat de Wet voorkeursrecht gemeenten op 17 juli 1996 is aangepast. Die aanpassing houdt in, dat de wet niet zoals voorheen alleen voor stadsvernieuwingsgebieden geldt, maar ook voor uitbrei dingsgebieden. De wet geeft de gemeente, die blijkens nationaal of provinciaal ruimtelijk beleid uitbreidingscapaciteit heeft gekregen of is toegedacht, de bevoegdheid het voorkeursrecht in te voeren. Daarmee heeft de gemeente een belangrijk nieuw instrument in handen gekregen om een actief grondbeleid te voeren. Zo spoedig mogelijk na 1 januari 1997 zullen wij aan de nieuwe raad voorstellen doen om voorkeursrech ten te vestigen op gronden die gelegen zijn in toekomstige uitbrei dingsgebieden van de nieuwe gemeente Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1560