4
Raadsvoorstel vervolg/ "261
Conform het programakkoord 1994 is in de nota aandacht besteed aan
gronduitgifte in erfpacht. Bij de behandeling van de concept-nota in
de commissie Stadsbeheer, Grondbedrijf en Milieu bleek dat het meren
deel van de commissieleden de bestaande praktijk van verkoop van grond
wenst te continueren. De commissieleden zijn daarbij echter tevens de
mening toegedaan dat bij uitgifte van grond voor de vestiging van
bedrijven in het belang van de werkgelegenheid erfpacht tot de moge
lijkheid moet behoren. In het overleg met corporaties over de nota
grondbeleid duidelijk geworden dat zij uitgifte van grond in erfpacht
voor de bouw van (sociale) huurwoningen afwijzen. Het vorenstaande
heeft ons college doen besluiten u voor te stellen bij uitgifte van
grond verkoop als regel te beschouwen en erfpacht als uitzondering.
Indien verkoop van grond plaatsvindt geschiedt dat onder oplegging van
de algemene verkoopvoorwaarden. Het ligt in onze bedoeling direct na
de gemeentelijke herindeling nieuwe verkoopvoorwaarden ter vaststel
ling aan uw raad aan te bieden.
Om de bouw van goedkope sociale huurwoningen mogelijk te houden hebben
alle partijen erop aangedrongen daarvoor gereduceerde grondprijzen te
hanteren. Graag voldoet ons college aan dat verzoek en daarom stellen
wij u voor in ieder geval in de jaren 1996 t/m 1999, de periode van de
meerjarenafspraken met de corporaties, de oude rekenprijs van het rijk
worden gehanteerd 20.350,inclusief BTW). Voor goedkope vrije
sector woningen, ook wel sociale koopwoningen genoemd (koopprijs
maximaal 167.000, zal, zo lang de minister van VROM niet tot
bijstelling besluit, een grondprijs van 28.500,inclusief BTW per
woning gelden. Overigens merken wij daarbij op dat de grondprijs voor
de bouw van sociale huurwoningen de laatste 10 jaar niet verhoogd is,
maar dat daarvoor de destijds door het Rijk vastgestelde rekenprijs
heeft gegolden. Die rekenprijs ligt inmiddels onder de gemeentelijke
kostprijs.
Voor wat het volkshuisvestingsfonds betreft, wijzen wij u erop dat u
in uw vergadering van 29 oktober 1996 heeft besloten uit te spreken
dat uit voordelige grondexploitaties een bijdrage wordt geleverd ten
behoeve van de volkshuisvesting. Jaarlijks worden bij de vaststelling
van de jaarrekening de grondexploitaties bijgesteld. Die bijstelling
kan duidelijk maken of er sprake is van voorcalculatorische winst en
alsdan kan de hoogte van de bijdrage aan het volkshuisvestingsfonds
worden aangegeven. Daarbij zal rekening worden gehouden met de erva
ringen met en de evaluaties van de meerjarenafspraken met de corpora
ties.
Tot slot voor wat het regionaal grondbeleid betreft, wijzen wij u erop
dat de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) een effectief
regionaal grondbeleid als essentiële voorwaarde stelt voor het toekom
stige verstedelijkingsbeleid.