Gemeente Breda Raadsvoorstel 1996/272 Registratienummer 966502692 Dienst/afdeling BD/BEL Aantal bijlagen geen Betreft: AANPASSING VAN DE TARIEVEN RIOOLRECHT, HONDENBELASTING, PRECARIOBELASTING EN HAVENGELDEN VOOR HET JAAR 1997 ALSMEDE OPNAME REGELS RENTEBEREKENING IN ALLE BELASTINGVERORDENINGEN. Inleiding De voorstellen tot aanpassing van de belastingtarieven worden jaar lijks gelijktijdig met de begrotingsbehandeling aan uw raad voorge legd. In verband met de herindeling per 1 januari 1997 vindt de formele vaststelling van de begroting 1997 plaats door de nieuwe gemeenteraad. Omdat het fiscaal-rechtelijk in principe niet mogelijk is aan belastingverordeningen terugwerkende kracht toe te kennen, wordt thans aan uw raad een voorstel gedaan tot aanpassing van een aantal belastingtarieven. Het onderhavige voorstel heeft betrekking op de aanpassing van de tarieven rioolrecht, hondenbelasting, precariobe- lasting en havengelden. In dit voorstel is uitgegaan van de geraamde belastingopbrengsten als vermeld in de concept-begroting 1997 welke u in oktober ter kennis is gebracht. Bij het bepalen van de hoogte van de tarieven rioolrecht is rekening gehouden met het door uw raad vastgestelde uitgangspunt van kostendek kendheid. Voor de heffingen hondenbelasting en precariobelasting wordt voorgesteld de tarieven aan te passen aan de nominale prijsontwikke ling. Voor de havengelden wordt naast een verhoging van het tarief tevens de vaststelling van een algehele nieuwe verordening voorge steld, teneinde deze in overeenstemming brengen met de Wet materiële belastingbepalingen. Met ingang van 1 januari 1997 is het verplicht in de belastingverorde ning regels op te nemen met betrekking tot de berekening van invorde ringsrente. Door in alle belastingverordeningen de bepaling op te nemen dat de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invordringswet van overeenkomstige toepassing is, wordt aan deze verplichting voldaan. Het voorstel tot vaststelling van de tarieven onroerende-zaakbelastin- gen en leges zal aan de nieuwe gemeenteraad worden voorgelegd. Voor wat betreft de onroerende-zaakbelastingen dient de raad van de nieuwe gemeente ingevolge de Wet ARHI uiterlijk drie maanden na de datum van herindeling een nieuwe verordening vast te stellen. Opgemerkt wordt, dat deze verordening, mits uiterlijk op 31 maart 1997 vastgesteld, wel terugwerkende kracht heeft tot de datum van herindeling. De leges hebben betrekking op incidentele heffingen, zodat een nieuwe verorde ning op elk moment na de vereiste bekendmaking in werking kan treden. Begin 1997 zullen, naast de voorstellen tot vaststelling van de verordening onroerende-zaakbelastingen en de legesverordening, ook voorstellen in het kader van de uniformering van de belastingtarieven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1616