2 Raadsbesluit vervolg/ 272 C 7. reis de periode die is gelegen tussen het mo ment waarop met een vaartuig in de havens wordt binnengevaren en het moment waarop het vaartuig ce haven verlaat; 8. dag: de periode van CO.CO uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; 9. jaar: een kalenderjaar. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam "havengeld" wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de havens met vaartuigen. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de kapitein, de schipper, de reder of de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd dan wel degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt. Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. Het havengeld bedraagt per vaartuig, per reis 0,15 per kubieke meter waterverplaatsing met een minimum van 1,50. 2. Het havengeld bedraagt bij abonnement per vaartuig, per jaar 5,65 per kubieke meter waterverplaatsing. Artikel 5 Toepassing tarief Voer de toepassing van het tarief: 1. wordt voor vaartuigen die per reis langer dan 12 dagen, de dag van aankomst inbegrepen, in de havens verblijven, voor elk volgend tijdvak van 12 dagen of een gedeelte daarvan het havengeld opnieuw verschuldigd; 2. wordt indien geen meetbrief wordt overgelegd de hoeveelheid kubieke meter waterverplaatsing ambtshalve bepaald; 3. wordt een gedeelte van een kubieke meter als een volle eenheid aangemerkt Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld Het havengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven een aanvang neemt. Artikel 7 Wijze van heffing Het havengeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende schrifte lijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of ander schriftuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1635