1. PROJECTINHOUD.
1.1. INLEIDING.
Met de ingebruikname van het stadskantoor aan de Claudius Prinsenlaan is er een
verandering opgetreden in de functie van het stadhuis aan de Grote Markt. Voor de
verhuizing naar de Claudius Prinsenlaan was het College van Burgemeester en
Wethouders en een aantal stafafdelingen in het gebouw gehuisvest. Na het vertrek
werd het gebouw alleen nog gebruikt voor de vergaderingen van de raad en de
raadscommissies, het voltrekken van huwelijken en representatieve bijeenkomsten.
Het gebouw is daarna tijdelijk in gebruik genomen als kantoorhuisvesting voor een
aantal functies van de regiopolitie.
In 1988 is door de toenmalige Dienst van Openbare Werken voor het eerst een
systematische inspectie uitgevoerd voor het stadhuis. Een herinspectie heeft
plaatsgevonden in 1992.
Naast deze inspecties wordt jaarlijks door de Monumentenwacht van de provincie
Noord Brabant een inspectie uitgevoerd. Op basis van deze inspectie is telkenjare
actie ondernomen om de ergste problemen aan de buitenzijde van het gebouw.
In 1994 is een fasenplan opgesteld door de afdeling Facilitaire Zaken in samenwerking
met het Gemeentelijk Bouwbureau van de dienst R.M.E. om de ergste knelpunten
op te lossen. Door het College van Burgemeester en Wethouders zijn toen middelen
beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de eerste fase van het plan: de werk
tuigbouwkundige installaties (elektra en verwarming) zodanig aanpassen, dat zij
voldoen aan de minimale eisen, die door de nutsbedrijven aan de installaties worden
gesteld.
Voor een verdere aanpak is eerst een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd door
bureau Kamphuis uit Delft. De bevindingen zijn aangeboden aan bureau W.A.M. van
de dienst R.M.E.
In dezelfde periode heeft het College van Burgemeester en Wethouders besloten om
de raadzaal aan te passen. De technische installaties (verlichting en geluid) en de
meubilering van de raadzaal zijn aangepast.
1.2. MOTIVERING
De verschillende onderzoeken, zoals hierboven aangegeven, hebben aangetoond dat
de bouwkundige en werktuigbouwkundige toestand van het stadhuis verre van
rooskleurig is. Alvorens echter tot een plan van aanpak voor de verdergaande
renovatie, c.q. restauratie te kunnen komen, dient duidelijkheid te bestaan over een
aantal zaken, die hier achtereenvolgens de revue zullen passeren.
1. De bouwkundige situatie van de gevels.
Uit alle onderzoeken blijkt dat de bouwkundige situatie van de voor- en de zijgevel
van het stadhuis zeer slecht is. Het gaat hier over de volgende onderdelen:
1Het voegwerk is in zeer slechte staat: de stenen hebben onvoldoende hechting
meer en kantelen in de gevel.
2. De kozijnen zijn rot en in veel gevallen niet meer te openen.
3. Het torentje is in slechte staat en nodig aan onderhoud toe.
20 november 1 996
bladzijde 2
PROJECT RESTAURATIE EN RENOVATIE STADHUIS BREDA