plan van aanpak hebben ontwikkeld wat is uitgemond in een pilotproject. Het pilotproject 'Blijvers in de bijstand' is per 1 september 1995 van start gegaan. De resultaten zijn geëvalueerd. b. Doelstelling van het project en beschrijving van de kwantitiatieve en de kwalitatieve aspecten. De doelstelling van het project was het maatschappelijk activeren van Bredase burgers die al jaren in een uitkeringssituatie verkeren en die géén of minimaal perspectief hebben op deelname aan het arbeidsproces, zodat ze niet in een maatschappelijk isolement terechtkomen. Middels het pilotproject werd een plan van aanpak (van sociale activering) concreet uitgetest. Kernelementen van deze aanpak zijn: - integraal aanbod/maatwerk - initiatief van onderop - perspectief Een a-selecte groep van 105 personen die al jaren een uitkering ontving, werd verdeeld over drie vergelijkbare groepen van 35 personen. Eén groep van 35 personen werd opgezocht en bevraagd door een consulent van de directie Sociale Zaken. De tweede groep werd thuis bezocht en benaderd door een maatschappelijk consulent van een particuliere instelling, het I.M.W. De derde groep was de controlegroep. De pilot had tevens tot doel met alle betrokkenen ervaring op te doen in het ontwikkelen van een flexibel en samenhangend aanbod dat voldoende mogelijk heden biedt voor de beoogde maatschappelijke activering van 'blijvers in de bijstand' en langdurig werklozen. Voor een verdere beschrijving wordt verwezen naar de eerder aangehaalde evaluatierapporten. c. Resultaten van het pilotproject. In de twee eerder voornoemde evaluatie-rapporten worden de resultaten uitvoerig beschreven. Het pilotproject maakte deel uit van een omvattend plan van aanpak voor sociale activering. Het primaire doel was het uitproberen van een nieuwe methode, het activerend interview, gericht op het bevorderen van de betrokkenheid bij de maatschappij van 'blijvers in de bijstand' en het doorbre ken van het sociaal isolement. Het activerende interview beoogt het opsporen en mobiliseren van de mogelijkheden die 'blijvers in de bijstand' zelf zien op het gebied van hun betrokkenheid en deelname aan het maatschappelijke en sociale leven. In dit verband wordt hier niet verder op ingegaan, maar wordt verwezen naar de rapportage, waarin wordt beschreven op welke wijze versterking van het eigen perspectief dan wel vernieuwing ervan in de vorm van een perpectief- wisseling heeft plaatsgevonden. Kwantitatief Met 62 van de 70 cliënten zijn gesprekken gevoerd. De resterende 8 cliënten waren of verhuisd en/of zaten niet meer in een uitkeringssituatie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1720