11 Raadsvoorstel vervolg/ 285 De welstandstoetsing De commissie WAM heeft in haar voorlopige advies een positief oordeel over het plan als geheel, maar wel een kritisch commentaar op onderde len van het plan, met als uitdrukkelijke bedoeling om dit plan de uitwerking te geven die het verdient. In het integrale verslag van de besprekingen van 16 en 30 oktober wordt op de afzonderlijke onderdelen van het plan ingegaan. Door middel van het supervisorschap is de doorlopende betrokkenheid bij de planontwikkeling gegarandeerd. De uitwerking van de onderscheiden gebouwen doorloopt in het verdere traject de reguliere bouwplanprocedure. De scheiding oud - nieuw Door een aantal organisaties is verzocht om een bouwstop cq. een heroverweging waar het gaat om een aantal min of meer historische panden op het terrein. Het betreft PARA, het Museum, de hallen naast het museum, het bouwblok Nonnenveld/ de Keijser, het blok Nonnenveld/ de Beeldenaar en de Kloosterkazerne. Ons college is van mening dat een heroverweging van de stedebouwkun- dige uitgangspunten niet aan de orde is, omdat dan afgeweken wordt van de intentie-overeenkomst tussen de contractpartijen gemeente en ontwikkelcombinatie. Behoudens een zorgvuldige welstandstoetsing is een heroverweging niet opportuun. Twee culturele functies staan te springen om een nieuwe accomodatie, en deze ontwikkelprocessen dienen zo min mogelijk ver traging op te lopen. De particuliere ontwikkelingen rond de Keijser en de Beeldenaar kunnen redelijkerwijs niet meer vertraagd worden. De initiatiefnemers hebben al het nodige geduld opgebracht in afwachting van een definitieve visie op het Chasséterrein. De stedebouwkundige uitgangspunten uit de ontwikkelingsvisie vormen vooralsnog de basis voor de onderhandelingen rond de Kloosterkazerne. Tot slot zij vermeld, dat voor het campusconcept de scheiding oud- nieuw niet relevant is, maar elk gebouw speelt juist met een eigen identiteit haar eigen rol in de campus. 3. De matrices Lopende de planontwikkeling in de voorlopig ontwerpfase is voortdurend rekening gehouden met de opmerkingen welke in de fase van de ontwikke lingsvisie door belanghebbenden, belangstellenden en raadsleden zijn gemaakt en welke in een aparte matrix zijn vastgelegd. Deze matrix is ten behoeve van de besluitvorming over het voorlopig ontwerp aangevuld door het projectteam en wordt als zodanig gedragen door zowel de gemeente als de ontwikkelcombinatie. Als resultaat van de consultatie rond het voorlopig ontwerp gelieve u een supplement aan te treffen op deze matrix, waarin is aangegeven welke opmerkingen in deze fase zijn gemaakt, welke antwoorden reeds besloten liggen in de matrix en welke een additionele beantwoording behoeven. Op deze wijze wordt inzichtelijk welk commentaar in welke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1744