3 Raadsvoorstel vervolg/ 298 die van belang zijn. Daarbij valt te denken aan de overgang van het personeel en de financiële verhoudingen. Genoemde overwegingen hebben ertoe geleid dat de aanvankelijk gedachte bruikleenovereenkomsten in goed overleg met betrokken partijen zijn omgezet in samenwerkingsovereenkomsten, waarvan de bruikleen onderdeel uitmaakt Daarmee wordt bovendien aangegeven dat sprake is van een aanmerkelijke gelijkwaardigheid van partijen. Na de-privatisering blijven de beide stichtingen bestaan, weliswaar met aangepaste taken en daardoor in een andere verhouding met de gemeente. Overigens willen wij hierbij benadrukken dat het blijven bestaan van beide stichtingen ook gewenst is omdat daardoor de mogelijkheid blijft bestaan om in goed overleg met de gemeente een bijdrage te leveren aan fondswerving ten behoeve van bijvoorbeeld aankopen en restauratie. In het verlengde daarvan heeft het bestuur van de stichting Stedelijk Museum gevraagd om in te stemmen met het uitgangspunt de benoeming van bestuursleden een autonome zaak van de stichting te laten zijn en daarmee de stichting geheel op afstand van de gemeente te kunnen laten functioneren. Zoals uit de samenwerkingsovereenkomst valt af te leiden hebben wij hiermee ingestemd. In relatie met het blijven bestaan en de gewijzigde taken heeft de gemeente een eenmalig bedrag van f 25.000,-- toegekend dat ten laste komt van het subsidie-budget 1996. De belangrijkste elementen van voorliggende samenwerkingsovereenkom sten zijn: 1. de collecties worden voor een periode van 20 jaar in bruikleen gegeven aan de gemeente; 2. de gemeente stelt een door uw raad vast te stellen beleidsplan op, dat de intentie bevat om het museum binnen 8 jaar op een peil te brengen dat in overeenstemming is met de omvang en het belang van de collecties; 3. binnen 5 jaar na vaststelling van het beleidsplan zal een evaluatie worden opgesteld waarbij zal worden nagegaan in hoeverre het beleidsplan ook daadwerkelijk is uitgevoerd; 4. indien alsdan mocht blijken dat de gemeente het beleidsplan op wezenlijke punten niet heeft uitgevoerd, is het Stedelijk en/of Bisschoppelijk Museum - behoudens overmacht - gerechtigd onderhavi ge overeenkomst te beëindigen; 5. met inachtname van een daartoe opgesteld sociaal statuut gaat het personeel over naar de gemeente; 6. er zal sprake zijn van regelmatig overleg tussen de beide stich tingen en de gemeente; 7. de gemeente neemt de bestaande huurovereenkosten over inzake de huisvesting van kantoren en depót in de St. Janstraat. Consequenties Financieel: door de de-privatisering wordt het subsidiebudget omgezet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 1808