Gemeente Breda
GEMEENTE BREDA
RAADSVOORSTEL 1996/38
Registratienummer 958003550
Dienst/afdeling SAW/SZ
BETREFT: BELEIDSPLAN ALGEMENE BIJSTANDSWET 1996
INLEIDING
Met ingang van 1 januari 1996 treedt een nieuwe Algemene bijstandswet
in werking. De regelgeving voor bijstandverlening is daarmee ingrijpend
gewijzigd. Met de nieuwe wet wordt een doelmatiger en rechtmatiger
uitvoering beoogd: de gemeente heeft meer instrumenten gekregen om
misbruik tegen te gaan en uitstroom te bevorderen. Met het oog hierop
zijn de gemeentelijke verantwoordelijkheden vergroot. Daarbij geldt een
verplichting op het punt van fraudebestrijding en uitstroombevordering
met beleidsplannen en verslagen te gaan werken. Beleidsplanning is
gericht op de bevordering van de kwaliteit van de uitvoering, de
bestuurlijke betrokkenheid daarbij en de controleerbaarheid daarvan.
VOORSTEL
1. Aan de raad wordt voorgesteld om het inliggende 'Beleidsplan Abw
1996' vast te stellen.
2. Aan de raad om het sub 1 bedoelde beleidsplan jaarlijks te evalue
ren, gelijktijdig met de rekening en verantwoording over het be
treffende dienstjaar.
MOTIVERING/TOELICHTING
1.1 Beleidsplannen ingevolge de nieuwe Abw
Bevordering van bestuurlijke betrokkenheid
Met de invoering van de nieuwe Abw worden beleidsbevoegdheid en finan
ciële verantwoordelijkheid van de gemeente sterk vergroot. Om die reden
is de verantwoordelijkheid voor de vaststelling van de hoofdpunten van
het gemeentelijke beleid inzake fraudebestrijding en uitstroom neerge
legd bij de gemeenteraad. De gemeenteraad dient dit beleid vast te
leggen in een beleidsplan. Daarmee wordt een brede politieke betrok
kenheid beoogd, ook op lokaal niveau. De plannen en beleidsverslagen
zullen op termijn een dusdanige verantwoordingsinformatie en inzicht
moeten opleveren, dat het rijkstoezicht zich ten slotte op afstand kan
stellen
Bevordering van controleerbaarheid
Plannen en verslagen gaan een belangrijke rol spelen bij de verdere
ontwikkeling van een nieuwe bestuurlijke verhouding tussen Rijk en
gemeente. De gemeenteraad gaat meer verantwoordelijkheid dragen voor
beleidsbepaling en de uitvoering daarvan. Waar voorheen het college
bevoegd was om de beleidsplanning vast te stellen, is dit op grond van
de nieuwe wet voorbehouden aan de raad. Het beleidsverslag is daarbij
een nieuw instrument. Het voorliggende beleidsplan voor 1996 is zodoen
de het eerste integrale beleidsplan voor de verlening van algemene
bijstand, dat door de gemeentraad vastgesteld dient te worden. In 1997
zal het eerste beleidsverslag aan de raad worden voorgelegd.
Om te bereiken dat het rijkstoezicht zich inderdaad op beleidsplannen
en verslagen kan baseren, dienen deze wel aan bepaalde eisen te vol
doen. Maar duidelijkheid over deze eisen ontbreekt vooralsnog. Nadere
regels hiervoor kunnen op grond van de nieuwe wet worden gesteld, maar
eerst wil het Rijk de kwaliteit van de gemeentelijke plannen afwachten.
1