RAADSVOORSTEL vervolg 38 Overige ontwikkelingen In 1996 verandert niet alleen de bijstandswetgeving. Ook andere ontwik kelingen zullen gevolgen hebben voor de dienst Sociale Zaken. Daarbij valt met name te denken aan ontwikkelingen met betrekking tot de gemeentelijke herindeling en de ontwikkeling naar districtsgewijs werken. Deze ontwikkelingen zijn - voor zover deze betrekking hebben op de dienstverlening door Sociale Zaken - op dit moment nog onvoldoende helder. De consequenties voor de verlening van bijstand zijn daardoor voor 1996 nog niet aan te geven, om welke reden deze niet in het beleidsplan betrokken zijn. Inhoud van het beleidsplan De kern van het beleidsplan voor 1996 betreft, zoals gezegd, het bevorderen van uitstroom en het beperken van fraude. De 'cross-link' tussen beide terreinen wordt gelegd in de aanpak van hercontroles in 1996. Het voorliggende beleidsplan valt uiteen in twee onderdelen: het fraudebeleid en het uitstroombeleid. Als bijlage is het door het college van burgmeester en wethouders vastgestelde hercontroleplan bijgevoegd. Deze onderdelen zijn in principe zelfstandig leesbaar, maar moeten in onderlinge samenhang worden beschouwd en beoordeeld. - In het onderdeel fraudebeleid wordt gepleit voor een gerichte aanpak van de fraudeproblematiek en een instrumentele inzet van middelen. In het plan voor 1996 wordt aangegeven met welke voorrang welke vormen van fraude zullen worden aangepakt en welke instrumenten hiervoor zullen worden ingezet. Een belangrijke functie zal daarbij worden toegekende aan preventieve onderzoeken. Priorteit wordt verleend aan het opsporen en tegengaan van fraude met betrekking tot de leefsituatie (zgn. 'partnerfraude'met name gelet op de relatie met het toeslagenbeleid. - De doelstelling van het uitstroombeleid bestaat uit het terugdringen van de werkloosheid en een rechtvaardige verdeling van arbeid. Minder burgers afhankelijk van een bijstandsuitkering, omdat zij door betaalde arbeid in hun inkomen voorzien. Het belang van het verkrij gen van werk wordt daarbij boven een inkomensverbetering gesteld. Uitstroombevordering vraagt daarbij om een doelgroepsgerichte inzet van uitstroominstrumenten, waarbij de inspanningen met name worden gericht op de groep met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. In dit plan wordt, naast de kern van de wettelijke taak, de samenwer king met het RBA beschreven, welke doelgroepen prioriteit krijgen, van welke instrumenten in 1996 gebruik gemaakt zal worden en welke instrumenten in 1996 ontwikkeld zullen worden. Hierbij moet echter aangetekend worden dat niet alle mensen die zijn aangewezen op een bijstandsuitkering mogelijkheden hebben op de arbeidsmarkt. Voor hen zal het zogenaamde blijversbeleid' verder ontwikkeld worden. - In het hercontroleplan wordt aangegeven op grond van welke criteria en op basis van welke termijn heronderzoeken in 1996 worden gepland en op welke wijze zij worden uitgevoerd. Daarbij wordt aangesloten bij de categorisering, die binnen het uitstroombeleid wordt gehan teerd. Tevens wordt de relatie gelegd met de inspanning, die geleverd moet worden in het kader van de InvoeringswetHet onderzoeksproces krijgt binnen het fraudebeleid reeds uitgebreid aandacht. BELEIDSMATIGE CONSEQUENTIES In de samenvatting van het plan, worden de consequenties als 'nieuwe initiatieven' aangegeven. Voor het fraudebeleid zijn de belangrijkste hiervan het bieden van meer ruimte aan zgn. preventief onderzoek, de ontwikkeling van een nieuw, schriftelijk controlemiddel (met name 3

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 203