Verklaring werking en invoervariabelen rekenmodel "omvang vervoer" "scenario" intern HB" "uitvoerder" Bijlage bij raadsvoorstel en -besluitnr. 39 Algemeen Aan het rekenmodel ligt het veronderstelde HB-patroon tussen verzorgingsgebieden uit de studie kleinschalig collectief vervoer Breda ten grondslag. Dit is inclusief verplaatsingen naar bestemmingen buiten het stadsgewest (Dordrecht, Tilburg etc.). De vervoersvraag waar het model mee rekent is niet automatisch gekoppeld aan de prijs van het vervoer bij een bepaald scenario (ritstaffel). De produktie is de onafhankelijke, de prijs per zone en de verdeling naar de gemeenten zijn de afhankelijke variabelen in het model. Binnen het model is de HB-matrix gekoppeld aan een ritzone verdeling voor de verschillende relaties. Verplaatsingen binnen het jegen leefgebied bestaan uit twee ritzones, en voor iedere volgend leefgebied voegt een zone toe. Deze systematiek is vergelijkbaar met de in het OV gebruikelijke, alleen verschillen de grenzen met de grenzen die binnen het OV gehanteerd worden. De laatste stap in het model is een herverdeling van de ritzoneproduktie naar gemeente en daarmee kostenverdeling. Hiervoor wordt de totale ritzoneproduktie per leefgebied verdeeld naar de gemeenten in dit gebied op basis van de inwoneraantallen van deze gemeenten. In het resultatenoverzicht van de modelberekeningen zijn de volgende invoervariabelen opgenomen. Deze moeten als volgt geïnterpreteerd worden: Deze variabele beinvloedt het totaal aantal verplaatsingen als geheel. De standaardwaarde hiervoor is 1. Wanneer de doelgroep ouderen echter buiten het systeem wordt gelaten moet de totale vervoeromvang terug naar 70% van het totaal. Afhankelijk van de waarde van deze variabele wordt gebruik gemaakt van het minimumscenario uit het rapport van Diepens en Okkema, of de door de OWG opgestelde startvariant. Het verschil tussen deze scenario's is niet zozeer de omvang van de doelgroep als wel het gemiddelde gebruik per lid van de doelgroep. Er is in een later stadium een nieuw scenario toegevoegd op basis van het actuele aantal WVG-ers in de verschillende gemeenten. In de HB-matrixen waarop het model is gebaseerd bedraagt het aandeel interne ritten (binnen zones) ruim 70%. Ervaringen met vergelijkbare systemen in Nederland tonen aan dat het werkelijke aandeel interne ritten eerder rond de 50% ligt. Deze verdeling is van belang omdat externe ritten meer zones met zich meebrengen voor een gemiddelde rit. Deze variabele stuurt aan welke uitvoerder en daarbij behorende prijscurve binnen het model wordt toegepast. Gekozen kan worden uit alle uitvoerders die offerte hebben uitgebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 221