4
Raadsvoorstel vervolg/ 47
105. Bewoner E. Spoorwaterstraat 15.
106. B. Özkan en andere bewoner, E. Spoorwaterstraat 19.
107. A. Zegers, E. Spoorwaterstraat 21.
108. Mevr. Postelmans, E. Spoorwaterstraat 23.
109. J. van Hooydonk, E. Spoorwaterstraat 27.
110. J. Rijnbout, E. Spoorwaterstraat 29.
111. O. Perkqöz en bewoner E. Spoorwaterstaat 37.
Er zijn nog een 12-tal zienswijzen ingediend binnen de gestelde
termijn, maar door de onduidelijke afkomst (het ontbreken van het
postadres en een duidelijk leesbare naam), zijn deze niet geregis
treerd kunnen worden. Inhoudelijk komen deze 12 zienswijzen overeen
met de ingediende zienswijzen vermeld onder de nrs. 22 t/m 111.
De ingediende zienswijzen worden hierna samengevat weergegeven. Dit
betekent niet dat die onderdelen van de zienswijzen, die niet expli
ciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De ziens
wijzen zijn in hun geheel beoordeeld.
1. W. van Maris, Antweroenstraat 582 C te Breda.
De zienswijze is buiten de hiervoor gestelde termijn ingekomen. Er
zijn voor deze termijnoverschrijding geen verschoonbare redenen
aangedragen.
Voorstel
De zienswijze dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2. N.V. Waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant, Postbus 3444,
4800 PK Breda.
Zienswii ze
Het grondwaterpeil in de wijk mag in ieder geval niet verlaagd worden.
Door geringe aanpassingen van de nog te bouwen woningen kan een
bijdrage geleverd worden aan de waterhuishouding in en rond de woon
wijk. Voorkeur gaat uit naar constructie van deze woningen volgens het
zogenaamde "lekkende stad" principe. Hierdoor zal o.a. een verminderde
belasting van het rioolstelsel ontstaan en dus minder verontreiniging
door het overstorten van het riool.
Het verhogen van het waterpeil in de woonwijk zal een positief effect
hebben op de waterhuishouding in de nabijgelegen polder.
Bij renovatie van de wijk zouden ook de reeds bestaande woningen
dusdanig aangepast moeten worden dat het waterpeil zonder problemen te
veroorzaken omhoog kan.